We hebben vanuit Cavalaire naar de volgende camping een gekke rit uitgezet, benieuwd wat ons vandaag te wachten staat. Via Le Lavandou en Toulon en dan bij Hyères naar boven. Ergens in een dorpje foutparkeren en terwijl Gijs brood haalt sta ik nieuwsgierigen te woord: “Ja, we zijn hiermee helemaal uit Nederland gekomen.” Die vraag wordt zo vaak gesteld. Een rebbelende meneer, het duurt even voordat ik hem versta, vertelt een heel verhaal. Hij had een gele Dyane uit hetzelfde bouwjaar. We hebben een aanknopingspunt. Een oudere dame vertelt dat ze in 1972 uit Spanje naar Frankrijk is gekomen in een 2CV. Je leert op deze manier wel tellen in het Frans: bouwjaar, leeftijd, kilometers. Als Gijs terugkomt met het brood, komt de man van de gele Dyane aangesneld om trots een foto te laten zien van zijn toenmalige auto. Inderdaad een prachtkarretje. “Blijft mooi hè, maar het is hard werken, rijden in zo’n eend!” zegt de man.
Met uitzicht op de Mont Farron drinken we koffie. Verder omhoog, via de smalle straatjes van Puget Ville en een col door het bos bij Rocbaron naar Brignolles. Verre vergezichten zonder een plek om voor een foto te stoppen. Daarna stukken N7 en D3. We volgen een kanaal terwijl aan onze andere kant de Durance slingert. Komen door allerlei stadjes, hebben uitzicht op de rotspartijen van La Sainte Baume bij St. Maximin de la Ste Baume, tuffen door Tourves en duiken met de neus de mistral in.











De N7 gaat dwars door Avignon, langs de muren. Hartstikke mooi, ware het niet dat het ontzettend druk is en alle stoplichten verstopt raken wat mij mooi tijd geeft om hangend uit m’n raam foto’s te maken. Gijs is vooral aan het opletten.



Eenmaal op de camping, ja, terug op La Grenouille in Goudargues, stribbelt het plastic zeiltje hard tegen in de wind. Niettemin is na anderhalf uur het hele hebben en houen weer op zijn plek geïnstalleerd. We staan, weliswaar loeischeef met veel boomstronken maar goed op de zon, het watertje kabbelt gezellig achter de tent en de klokken luiden boven ons hoofd. Terug van even weggeweest. We hebben misschien weinig fantasie en de plannen waren écht totaal anders maar de météo stuurt ons terug hierheen. Ook goed! De Pyreneeën, Sisteron en de Morvan blijven voor volgend jaar op het lijstje staan, die lopen niet weg.
Er zijn weer andere oldtimertjes bij Garage du Lavoir achter de camping.








Bijkomdagje
Wat is het hier ’s morgens koud! 12 graden en erg vochtig. Da’s ff wennen. Gijs’ zus en haar man plus hondje komen een bakkie halen, hier zien we elkaar vaker dan in Nederland. Na het bezoek borstel ik Ravi, allemachies wat een hoop vilt en vuil komt eraf als dat een paar dagen niet gebeurt is. Een berg klitten later een aardig resultaat… wat 2 minuten later grondig teniet is gedaan.
We krijgen bezoek van een 8-9 centimeter grote Egyptische sprinkhaan. Wat een beest. En ’s avonds eten we een slaatje bij Café de France waar ze blijkbaar toch een kok hebben gevonden.







Aiguèze
Aiguèze, middeleeuws stadje op een halfuurtje rijden, hebben we al die jaren nooit bezocht. Vooruit met de geit. Als altijd in zulke stadjes komen we om 12 uur aan, precies wanneer alle lollige winkeltjes sluiten. Tant pis, we kwamen voor de doorkijkjes en de uitzichten. Dat is gelukt. Eerst stap ik nieuwsgierig het kerkje in waar een mannenkoor bescheiden door de speakers klinkt. Het kerkhofje ligt knus tegen de rotswand aan, een speeltuintje er recht tegenover: dood en leven gescheiden door een voetpaadje.
Langs de muren met zicht op de Ardèche klimmen we hoger en hoger tot we op het stadje neer kunnen kijken. Eenmaal beneden zijn we toe aan koffie, met een stukje Fondant aux Marrons, fait maison. Crimineel, wat een stuk. Zelfs met zijn tweeën krijgen we ‘m amper op. Lunchen hoeft niet meer. Tandenpoetsen wel, voor zover er nog glazuur op onze tanden zit. We lopen een ander klein rondje door de straatjes om de kastanjes te laten zakken voordat we een kronkelroute terug uitzetten via St.-Christol-de-Rodières. Lekker slingeren over een soort fietspad waar we gelukkig geen tegenliggers tegenkomen. Dit is leuk, dit is vakantie. Zo hoort het.



























Omdat we de komende drie dagen in de auto zitten, maken we ook de laatste dag nog een ritje, langs gesnoeide lavendel- en nog niet geoogste wijnvelden om het af te leren.





Wordt vervolgd, nog eentje, dan hou ik op.