Elke dag een kwatrijn. Een zandkasteel.
De lentestormen blijven razen.
Door de noordwester omhoog geblazen
wappert een klapperende vuilniszak
in de notenboom aan de hoogste tak.
25-03
Eindelijk scheen gisteren de zon
zodat ik foto’s maken kon
van hetgeen te bewijzen overbleef:
de prunus waar ik eerder over schreef.
24-03
De wind blaast met woeste nijver
de takken rammelen ervan.
Golven staan schuimend op de vijver.
Is dat is nou lente? Lekker dan!
23-03
Vliegensvlugge pimpelmeesjes,
-roets-roets!- tussen de takken van de heg
bouwen zij hun eigen feestje
tot de eitjes zijn gelegd.
22-03
Regen stroomt nog in bakken neer
al trekt verderop de grijze lucht wat open.
Over een kwartiertje of iets meer
kan ik buiten met de honden lopen.
21-03
De prunus, jawel daar issie weer,
-die van de buurvrouw deze keer-
gekleed in een witte bloesemtooi
tegen blauwe lucht geweldig mooi.
20-03
Ocharm, hij is stukgevroren.
De kikker, de in Frankrijk geboren
grenouille van terracotta fabricaat,
kon niet tegen ons kikkerlands klimaat.
19-03
Lang zal ze leven in de gloria,
onze eigen Dolle Mina!
Als piraat staakte ze voor haar rechten,
vandaag hoeft ze even niet te vechten.
18-03
De touwtjes van het grote web
die ons leven domineren,
zij beheersen en controleren
via google, microsoft en whatsapp.
17-03
Slapen in dat warme bed
is in de winter je van het.
Laat het buiten regenen en waaien
zodat ik me nog eens om kan draaien.
16-03
De prunus loopt uit.
Hoewel ten dode opgeschreven
lijkt hij langzaam te herleven.
Roze ijdeltuit.
15-03
Een lokaal vol kakelende meiden
met 1000 en 1 ideeën;
tot ze iets moeten schrijven
dan zijn ze snel verdwenen!
14-03
Het stormt weer eens, de lucht is grijs.
Naar buiten, lopen met de hond,
kop in de wind, heel gezond…
maar eigenlijk zijn we niet goed wijs!
13-03
Met de rode borst trots vooruit,
-vlak naast het geveegde straatje-
prutst de roodborst in de blaadjes
naar beestjes voor zijn bruid.
12-03
Vette zwarte vlokken ijs
steken af tegen de dikke mist;
eenmaal op de grond neergevlijd
zijn de vlokken ineens weer wit.
Het waait en sneeuwt buiten,
de ramen huilen tranen met tuiten.
Binnen loeit de open haard,
dat maakt die tranen meer dan waard.
De volgende ochtend. De sneeuw straalt
in duizelende fonkelingen,
de zon lijkt rond te zingen
dat het winterweer is ingehaald.
11-03
Al regent het dat het giet
we moeten toch naar buiten.
De vogels interesseert de regen niet,
hoor ze eens vrolijk fluiten!
10-03
Urenlang zit ik, net als voorheen
simpelweg te schrijven, heel alleen;
om, teruglezend wat ik heb geschreven,
mijn gedachten een plek te kunnen geven.
09-03
De bruin met wit gevlekte staartjes
van dansende vinkenpaartjes
flitsen, flirten in malle capriolen
door de struiken half-verscholen.
08-03
Het is lang geleden dat ik mijn vrienden zag
dat we samen aten, praatten, lachten.
De tijd heeft ons uit elkaar gedreven;
zo gaan die dingen, zo is het leven.
07-03
Een lompe plons, met een kreet
struikelt de eend te water
geschrokken als hij is
van een dikke roje kater.
06-03
Boven de vaart een sliert ochtendmist,
de waterstroom is spiegelglad.
Slechts wat kringen, een enkele vis
die her en der naar lucht hapt.
05-03
Het is nooit mijn hobby geweest
maar het doet me niet meer zoveel.
Stofzuigen is nu een feest
met die nieuwe op een steel.
04-03
Het strand roept ons luid!
Al trekt de bewolking binnen,
wij gaan eropuit.
De wind verzet onze zinnen.
03-03
Zo had ik dan een oppasbeest,
een goeie lobbes maar zo groot!
Vulde de kamer met één poot,
de zwarte zwiepstaart vierde feest.
02-03
1 maart. Het begint erop te lijken
dat de winter toch gaat wijken.
Blote voeten in het verschiet,
jawel…. maar nu nog even niet.
01-03
Stroomstoring. Heel het dorp ligt plat
geen wifi en geen waterkoker,
hout genoeg dus fikkie stoken
en de zon schijnt dus wie doet ons wat
28-02
De zon schijnt, we gaan naar buiten,
de hond uitlaten op het strand;
zeelucht ademen, diep in en uit,
voetstappen zetten in het zand.
27-02
De zon schijnt, strakblauwe lucht,
ijzig koud dus we zijn beducht:
de dikke laag pekel op de wegen
houdt een mooi Dyaneritje tegen.
26-02
Op de vetbol voor mijn raam
hangt een pimpelmees op zijn kop,
de merel vangt zijn restjes op.
Zo ontbijten ze gezellig saam.
25-02
Jantje huilt en Jantje lacht:
zo kleeft de regen in Ravi’s vacht,
zo schijnt de zon met toverkracht.
Ja, de lente huilt en lacht.
24-02
Een verhaal schijven voor een blad
is nog best lastig, wist je dat?
Tevéél voorraad! Ik moet nu proberen
acht verhalen tot één te componeren…
23-02
Waarom zou je al je dromen
uit willen laten komen?
Je zou je maar gaan vervelen,
geen dromen meer om mee te spelen.
22-02
In onze tuin, ons koninkrijk,
voelt de hond zich koning te rijk:
rennen en spelen zijn gewichtige taken
om een heel landgoed te bewaken.
21-02
De einder lijkt in brand te staan
zo dichtbij zo ver hiervandaan.
De eeuwigdurende wisseling
blijft even in alle stilte staan.
20-02
Toeren door het oude polderlandschap
dat zo kaal is, zo vlak, zo plat,
langs de weiden met de rechte sloten,
brengt je de rust van het monotone.
19-02
De mooie dingen
die we beleven
zijn, eenmaal opgeschreven,
blijvende herinneringen.
18-02
Als een breekbaar tapijt
zo staan krokusjes paars en teer
glinsterend van blijheid
langs het kanaal in Middenmeer.
17-02
“Ik droomde dat ik langzaam leefde”
mooie regels die Vasalis ooit schreef.
Zoiets wil ik ook wel verzinnen
maar ik weet nooit hoe te beginnen…
16-02
Zandkasteel:
De alledaagsheid van de dingen,
een opgeschreven gebeurtenis,
een filosofietje van een paar zinnen,
een wijsheid die zo wijs niet is.
15-02
Bouwen we zandkastelen
met de fantasieën van een kind
zonder dat het ons iets kan schelen
wat een ander ervan vindt.
14-02
Een dagje toeren met open dak,
een bakkie doen op een terras
met een enorm stuk appelgebak…
Ik wou dat het al zomer was!
13-02
Hou toch op met vergelijken
met vroeger ‘toen alles beter was.’
Waarom zou je niet eens kijken
naar wat IS in plaats van WAS.
12-02
Deze zonnige zaterdagmorgen
zijn we voor eventjes zonder zorgen:
de vogeltjes in de kale bomen
laten kwetterend de lente komen.
11-02
En weer is de stoep glad als spek,
de hond blijft trekken aan de lijn.
Dat zou normaal zo erg niet zijn
maar met dat ijs breek ik mijn nek!
10-02
Vandaag ben ik vroeg opgestaan
en zag ik door het glas-in-lood
van ’t beslagen badkamerraam
de kleuren van het morgenrood.
09-02
Ze strooien in de Wieringermeer
kwistig pekelzout op de polderwegen.
Daar kan onze Dyane niet goed tegen,
dus tochtjes rijden: dat komt wel weer!
08-02
De sneeuwklokjes en kleine krokussen
ik kan ze wel de grond uit kíjken!
De zon schijnt, maar ondertussen
weet de winter van geen wijken.
07-02
Starend naar een blanco bladzij,
alsof de woorden vanzelf verschijnen,
ik voel het, ik ben er zo dichtbij…
bíjna pak ik ze… tot ze verdwijnen.
06-02
Een mooie dag, de zon schijnt!
Noordoostenwind blaast ons om de oren,
maar daardoor laten we ons niet storen:
we gaan toeren met de eend!
05-02
Social media
Eventjes ontsnappen
aan de dagelijkse dingen
om daarna even dapper
opnieuw ‘mooi weer’ te zingen.
04-02
Voor ’t weekend is er regen voorspeld.
Ach, wie weet, voor hetzelfde geld
rijden we straks met open dak
in de zon die ik heb besteld.
03-02
‘Je moet lezers hebben om schrijver te zijn.’
Of is het eigenlijk andersom?
Dit klinkt feitelijk minder krom:
‘om te lezen moeten er eerst schrijvers zijn.’
02-02
Een maand vol kwatrijnen, dat viel me mee;
het was best een aardige prestatie.
Nu begin ik aan maand twee…
met werkelijk nul aan inspiratie!
01-02
Voor mijn raam hangt ondersteboven
een specht de vetbollen leeg te roven.
Hij vreet zijn rode buik gulzig rond,
pech voor de spreeuw die na hem komt.
31-01
Zo’n keuken wordt na verloop van tijd
best wel smerig, vies en vuil en jakkie.
Schrobben moet ik, als een keukenmeid,
het lijkt zo simpel, maar ‘t is echt geen makkie.
30-01
Met mijn vriendin naar de grote stad:
zomaar shoppen voor dit en voor dat,
uitgebreid kletsen bij koffie en thee…
Deze dag pikken we mooi maar weer mee!
29-01
De zon schijnt, hoera een feest!
Verdreven zijn de donkere gedachten,
op slag lijkt het leven je toe te lachen.
Zo licht is het lang niet meer geweest.
28-01
Een winterkoninkje op een kale tak,
een koolmees zingt zijn flirtend jubellied.
Zomaar loop ik hier, op mijn kalme gemak
tussen het moois dat deze dag mij biedt.
27-01
Zandkastelen, fantasieën van een kind,
weggespoeld door grote golven werk’lijkheid;
als luchtkastelen, gevangen in de wind,
vervagen zij op de golven van de tijd.
26-01
De tekenstift aller tijden
groeft lijnen in ‘n vertrouwd gezicht.
Sporen van geluk en lijden
als regels in een oud gedicht.
25-01
Klein wordt de wereld, wazig de straat,
niet meer te zien wie of daar nu gaat;
de bomen vervagen, de huizen, de gevels,
gedempte geluiden in potdichte nevel.
24-01
Best moeilijk, een idee verzinnen
voor alweer een nieuw kwatrijn.
Waar zal ik nu eens mee beginnen?
Mag het ook wat onzin zijn?
23-01
Mijn uitgelaten maffe hond
blaft en kwispelt in het rond,
zoals hij graaft en speelt en rent
kent hij geluk in het moment.
22-01
Samen lopen we, de hond en ik,
de specht hamert, ijzelregen tikt.
In de winter in de mist,
wordt mijn wazig hoofd gewist.
21-01
Project schoolkrant
Een handvol meiden iets laten schrijven,
is bepaald geen sinecure.
Ze rebbelen als ouwe wijven,
maar schrijven? Dat kan wel even duren!
20-01
Hoog aan het donkerblauw
hangt -ijzig wit van morgenkou-
glashelder een splinter maan
mijlenver bij ons vandaan.
19-01
Witte hagel op de daken,
wit Is ook de straat.
De gouden zon komt op,
laat de wereld stralen.
18-01
Ik ben die winter meer dan zat,
ik regen elke dag weer nat.
Was de lucht maar blauw en scheen de zon…
Ik wou dat de zomer eens begon!
17-01
Deze maandag, zeggen ze, is ‘blue’
de dagen zijn donker, je bent almaar moe.
“Gelukkig,” zoals mijn moeder altijd zei:
“ook donkere dagen gaan voorbij.”
16-01
Op zekere leeftijd zit men niet meer
achter geraniums zoals weleer,
nee, voor het raam staan nu orchideeën
in zachte pasteltinten voor de sfeer.
15-01
Ook al is het lijstje niet zo lang
en hou ik me vrees’lijk in bedwang,
elke week is het weer bar.
Zóveel boodschappen in de kar!
14-01
Vrijdag de dertiende, dag van de rampspoed:
de thee is te heet, je glijdt uit op de stoep,
je jas is stuk en het regent bovendien…
zo’n dag als vandaag is behoorlijk afzien.
13-01
Campingmijmering in drie kwatrijnen.
Hoor de vogels toch eens kwetteren,
buiten ruikt het stil en fris.
Daar begint het al te spetteren
tot er geen vogel meer te horen is.
De regen klatert op het zand,
vormt snelstromend geultjes vol met water.
Je schrikt, een flits met zilv’ren rand!
Geruststellend volgt gerommel even later.
Een schouwspel in de verte, hoog in de lucht
bliksemflitsen en kalm gedonder,
een beetje wind, slechts een lichte zucht…
simpel leven, zo heel bijzonder.
12-01
Als een wasbord ratelt en ritselt het riet
langs oude slingerende polderslootjes.
Terwijl ik van de zon geniet,
loopt de hond zich korte pootjes!
11-01
Nog warm uit de droger ligt de was
in de mand klaar om te worden gevouwen
en als het braafste meisje uit de klas
steek ik de handen uit de mouwen.
10-01
Laten we gaan spelen! Kastelen
bouwen met woorden zoals met zand.
Op de hoeken van het vierkant,
zetten we torens met kantelen.
09-01
Het jaar is alweer (ruim) een week oud
de voornemens haast vergeten en koud.
Een beetje minder dit, dat een beetje meer
ach, dat zien we volgend jaar wel weer…
08-01
Weer een reiger, nu voor ons op de stoep
zijn snavel gericht op een vijvertje vol snoep.
Tot we vlakbij zijn blijft hij stokstijf staan.
Dan wiekt hij weg, geeft hond en mij ruim baan.
07-01
Zijn instinct overblubberd door hormonen
drijft hem van graspol naar molshoop.
Je leest dit nu zo heel gewoon
maar hij drijft ons tot wanhoop!
06-01
Aan de rand van de vijver,
(ik kijk mijn ogen uit!)
staat een levensgrote reiger
op zoek naar kikkerbuit.
05-01
Eindelijk geborsteld van kop tot staart,
het beest heeft zo waanzinnig veel haar!
Eindelijk geborsteld van oren tot kont.
In de prullenbak lig een halve hond.
04-01
Een sintgedicht is zo gemaakt
maar echt iets schrijven dat je raakt,
in vier regels, ritmisch en op rijm,
blijkt veel moeilijker te zijn.
03-01
Het nieuwe jaar begin ik met frisse moed,
aan (goede) voornemens geen gebrek.
Elke dag een kwatrijn, ik lijk wel gek!
Eerst de eerste, en verder… voet voor voet.
02-01
Voor het eerst sinds jaren weer veel vuurwerk:
flitsen, knallen, veel kabaal!
Maar mijn hondje, hij is zo sterk,
hij negeert het allemaal.
01-02