Elke dag een kwatrijn. Een zandkasteel.


Begin van de avond, de zon staat al laag,
geen wind te bekennen, het water stroomt traag.
Zoals wij wandelen met ons hondje
dobberen de eendjes hun avondrondje.

07-06


De bloesems van de vlier
zijn erg in trek. Ook hier
houdt men van vlierbloesemsiroop,
zelfgemaakt veel lekkerder dan koop.

06-06


Pioenen te koop, hier in de straat,
ik neem de hele voorraad mee.
Want je weet wel hoe dat gaat:
je hebt nooit genoeg aan een bos of twee!

05-06


Elke dag een kwatrijn,
dacht ik dat dat lastig zou zijn?
Ik schreef een dag, twee dagen, een week…
Volhouden bleek makkelijker dat het leek!

04-06


Koolmees, merel, nachtegaal,
zingen doen ze allemaal.
In het struikgewas klinkt het leven
met de concerten die ze geven.

03-06


Een jonge mees fladdert nat
spetterspat in ’t vogelbad.
Schudt op het stoepje zijn vleugeltjes droog,
vliegt dan veilig en wel een struikje omhoog.

02-06


Juni, en het is nog steeds geen zomer.
Dikke sokken, schoenen en een trui,
wanneer het niet regent, valt er een bui…
wanneer gaat die zomer nou eens komen?

01-06


Onze blauwe regen hier achter
staat er zeker tien, twaalf jaar.
Al die tijd zijn wij aan het wachten,
hij bloeit nog steeds niet. Heel raar!

31-05


Met twee honden een heel rondje dorp:
mijn workout zit er voor vandaag weer op.
Elk trekt naar een andere kant,
dat bekent spierpijn naderhand!

30-05


Dat was leuk, zo’n weekendje weg,
alleen gisteravond een beetje pech:
harde wind, haaks op de tent,
Dat waren we nog niet gewend!

29-05


Ochtendzon speelt met mijn voeten,
mussen in de heg met elkaar,
weer een dag helemaal niks moeten…
Wat is het leven soms toch zwáár 😉

28-05


Je zult wel denken: geen kwatrijn?
Dat komt omdat we met vakantie zijn.
Een weekendjeweg in eigen land,
kamperen in mooi Gelderland.

27-05


De akeleitjes lijken met hun klokjes
net pastelkleurige baljurk-rokjes.
Ieder jaar breidt het veld zich uit,
het zijn er veel, het lijkt haast onkruid.

26-05


Zoetjesaan begin ik te pakken,
de vakantiespullen te verzamelen.
Werkkamer wordt vakantiekamer
vol toilettassen en slaapzakken.

25-05


Ik zit in de tuin, geniet van de rust
die nooit te lang kan duren.
Het is mooi weer, dus wordt er geklust
door linker-, rechter- en achterburen.

24-05


Mijn hondje verdwenen, ik weet me geen raad!
Is hij langs me heengelopen naar de andere kant?
Ik loop wel drie rondjes van de ene naar de andere straat,
tot ik word gebeld: ik heb hem bij me, niets aan de hand!

23-05


DC3, Dakota (1934)

Een rondvlucht met een antieke vliegmachine,
we vlogen laag, konden de oude steden zien.
Wat een belevenis, wat een lawaai…
wat zijn gewone vliegtuigen dan saai!

22-05


Van Ma’s Ginkgo namen we stekken
omdat verplaatsen niet meer kon.
Ze staan in nu potjes onder plastic,
vochtig, maar vooral niet in de zon.

21-05


De laatste spullen verdwijnen
uit mijn moeders huis.
Verzameld in een mensenleven
gaat naar de stort of nieuw tehuis.

20-05


Fascinerend, zo’n zweefvliegtuig.
Je hoort hem niet, drijft zonder geluid
met spitse vleugels op de wind.
Hij komt evengoed vooruit.

19-05


Een hoop blik-geblikker op de weg,
hemelvaartweekend, wát een verkeer!
Allemaal erop uit met het mooie weer
maar jeminee, wat een drukte zeg.

18-05


Druppeling voor druppeling,
een snoer van waterschittering.
Stroomt de kleine waterval
omlaag van schaal naar schaal.

17-05


Laat het verleden in het verleden,
wat gebeurd is, is geweest, is gedaan;
hiervandaan vergeven en vergeten
en je eigen pad weer verder gaan.

16-05


Spiegelbeeldenrimpelingen,
vissenbellentwinkelingen
en regenspetterskringen,
het water golft naar ginder.

15-05


Overal, behalve bij ons,
bloeit de gouden regen.
Alleen op oude foto’s soms
kom je d’onze nog eens tegen.

14-05


Grote trossen bloemen, donkerpaars, vol geur,
zo herinner ik me plots iets van het verleden:
de sering bij mijn moeders keukendeur,
destijds in Hilversum, lang lang geleden.

13-05


Vriendschap en vertrouwen
zouden hand in hand moeten gaan;
maar als je daar niet meer op kunt bouwen,
is het met de vriendschap gauw gedaan.

11-05


Net open gekomen straalt deze enkele pioen,
het hart met gouden meeldraden in de zon.
De andere knoppen wachten wijselijk nog even
totdat het regenfront is overgedreven.

11-05


Elke dag stapel ik zandkorreltjes van woorden
in de hoop dat het zandkastelen worden.
Soms worden ze voortijdig verzwolgen,
verdwenen in writer’s block golven.
10-05


Een hele dag regen, wat een vooruitzicht:
twéé natte kledderhonden in huis!
Braaf doe ik evengoed mijn plicht
en ga wandelen met het gespuis.

09-05


Antieke, jaren ’20 Thonet kinderstoel, te koop:
waar mijn vader in heeft gezeten,
en ikzelf volgens de verhalen ook.
Maar hoe dat was ben ik vergeten….

08-05


Hou toch op met vergelijken
van jezelf met al die anderen!
Wat wil je daar nou mee bereiken,
je hoeft echt niet te veranderen.

07-05


Ver verwijderd van zee en strand
zijn ze ooit hier in het dorp beland,
twee meeuwen, op de hoek van Bree- en Brugstraat
informeren ons luid hoe het met ze gaat.

06-05


De pioenstruik, het is een pracht,
de poeder-roze bloemen,
met blaadjes teer als om te zoenen,
zo doorschijnend en zacht.

05-05


Het is heel stil, overal op straat.
Vlaggen wapperen halfstok,
minutenlang luidt de klok….
waarna het leven verder gaat.

04-05


Bijna onbeweeglijk stroomt
de vaart, de hemel erboven
drijft met het water mee.
Kijk, zo boven, zo benee.

03-05


Bereisde Roel zag op zijn tochten
twee torteltjes van losse zeden.
Die duiffies die ’n doppie deden…
het leek welhaast alsof zij vochten!

02-05


Een bosje Lelietjes-van-Dalen,
een beetje licht, nieuw lenteleven.
Elkaar op 1 mei lelietjes te geven
brengt geluk, volgens de verhalen.
01-05


Als ik voor het eerst sinds lange tijd
weer een keer naar Schiphol rijd,
dan slaat bij mij de wegwee toe,
wil ik naar verre oorden toe!

30-04


Zwaluwen zwermen hemelhoog zwierend,
joelend en schreeuwend het leven vierend.
In het strakblauwe zwerk hebben ze een feestje,
flying picknick met miljoenen onweersbeestjes.

29-04


Twéé spechten spelen de rumba!
Roffelend op de marimba
maken ze samen dolle pret
swingend in tweestemmig duet.

28-04


Koningsdag, het is aan mij niet besteed.
Al dat oude speelgoed op een kleed
en met het hele dorp feesten in een tent…
ik meld me bij deze graag absent!

27-04


De Tjiftjaf, wie kent hem niet
zingt drie tonen twiet-twiet-twiet.
Niet dat je hem ooit ziet,
maar ik herken hem aan zijn lied.

26-04


’s Avonds om een uur of vijf
strekken we ons stramme lijf.
De zon kleurt prisma’s in de wolken
mooier dan ik het hier beschrijf.

25-04


In de morgen naar het bos,
zonder zorgen, de hond loopt los.
Het is heel zen, zo’n eerste uur
samen lopen in de natuur.

24-04


Zomaar een paar dagen vrij,
geen wassen en geen boodschappen doen.
Ja het kost een beetje poen
maar oh, wat zijn we heden blij!

23-04


Zo koud als de mist vanmorgen was,
zo schijnt nu de zon over het gras.
Die weersverwachting krijgt geen gelijk
als ik door het raam naar buiten kijk.

22-04


Een verdwaalde buizerd zweeft
al dagen hoog boven het dorp,
zijn ijle schrille schreeuw
weerklinkt eenzaam en verloren.

21-04


Ik hoorde hem al van ver, de specht.
Vond hem tussen de kale takken
waar hij fanatiek zat te hakken.
’t Is zo’n klein vogeltje in het echt!

20-04


De fluitkip in de schemering
is ook weer vroeg uit de veren.
Zijn nachtrust is maar heel gering,
veel liever wil hij kwinkeleren.

19-04


Ik voel me vandaag een klein beetje zoek,
lig op de bank met een plaid en een boek.
De honden zijn braaf alletwee,
ze snurken rustig naast me mee.
18-04


Vandaag heb ik een poetsdag thuis.
De keuken met het gasfornuis,
de badkamer en het bad…
soms ben ik dat poetsen zat.

17-04


Elke dag iets schrijven
valt waarachtig niet altijd mee.
Mét inspiratie schrijf ik er dan twee
die voor de lege dagen overblijven.

16-04


Avondstemming

De wind is gaan liggen, de zon is ondergegaan,
de hemel kleurt zacht babyblauw.
De merel fluit een liedje voor mevrouw
en boven de heg schijnt vaag de maan.

15-04


Vandaag ga ik naar school voor de laatste keer:
de kinderen hebben de schoolkrant bijna klaar.
We kijken uit naar vakantie(s) met mooi weer
en dan gaan we weer verder in het nieuwe jaar.

14-04


Het is weer om de gordijnen te sluiten
en gewoon naar bed te gaan.
De regen geselt het raam,
geen hond waagt zich nu naar buiten.

13-04


Als ik terug kijk naar het verleden
was het leven soms als een droom:
gebeurtenissen van lang geleden
in een golvende getijdenstroom.

12-04


Een doorweekte merel fatsoeneert
zijn vleugels en zijn staart,
zijn tenen en zijn gele snavel.
Regen druipt. Alle moeite tevergeefs.

11-04


Anjers, roze, in de vaas voor het raam
verguisde bloemen, vaak onbemind,
ze blijven met gemak twee, drie weken staan
vandaar dat ik ze wel aardig vind.

10-04


Gisteren togen we met het eendje eropuit
met de blik op oneindig door de voorruit;
het ging scheef bij ieder bochie
oh wat een lekker tochie!

09-04


De mensen lijken wel bezeten,
het is net Kerst in het kwadraat;
boodschappenkarren vól met eten
is dat waar Pasen over gaat?

08-04


De magnolia als voorbeeld, een reflectie
van wabi sabi, de kunst van imperfectie:
ofschoon beschadigd door de laatste storm
bloeien de wit-roze bloemen enorm.

07-04


Met een nieuwe app op mijn telefoon
leer ik eindelijk de vogelgeluiden kennen.
Nu kan ik de zanglijster in het dorp waar ik woon
of zelfs een kramsvogel of rode wouw herkennen.

06-04


Het bos zit vol met flierefluiters
in de vroege morgenstond;

zelfs de allergrootste Miesmuizers
houden eindelijk hun mond.

05-04


Het hele dorp is op de been:
de winterslaap is over!
De schildpad is weer boven,
kalm in de zon op zijn steen.

04-04


Gisteren kwam het er gewoon niet van.
Het was een mooie dag om te rijden
en dan is het haast niet te vermijden
dat er bijna geen kwatrijntje kwam.

03-04


Ha, je dacht toch niet
dat ik t vandaag zou vergeten!
Ik heb me hierbij van mijn taak gekweten
met dit kwatrijn zoals je ziet.

02-04 (19.30u)


De magnolia, in al zijn grootsheid
heeft weer en wind weerstaan;
maar door deze regen is het geheid
met alle knoppen gauw gedaan.

01-04


Aan de overkant van de vaart
is een roffelende specht
trommelend, onvermoeibaar,
met een holle boom in gevecht.

31-03


Hoor, de wind waait door de bomen!
Toch sjansen de vogels er dwars doorheen.
Als die lente nou maar eens wou komen
en de zon nou maar eens scheen…

30-03


35 jaar samen
lief en leed geleefd,
kinderen groot gebracht
en avonturen beleefd.

29-03


Met de pluizen van Ravi’s vacht
vordert het bouwseizoen der nesten;
de eitjes liggen warm en zacht,
in slaap gewiegd door vogelorkesten.

28-03


In de verte een zwarte lucht.
Ik denk nog: “Dat redden we wel.”
Nou… da’s niet helemaal gelukt,
we zijn doorweekt tot op ons vel!

27-03


Een dikke merel spiedt behoedzaam rond,
pikt fel naar een wurm in de losse grond,
verzamelt takjes in zijn snavel
en laat zijn vrouwtje verder graven.

26-03


De lentestormen blijven razen.
Door de noordwester omhoog geblazen
wappert een klapperende vuilniszak
in de notenboom aan de hoogste tak.

25-03


Eindelijk scheen gisteren de zon
zodat ik foto’s maken kon
van hetgeen te bewijzen overbleef:
de prunus waar ik eerder over schreef.

24-03


De wind blaast met woeste nijver
de takken rammelen ervan.
Golven staan schuimend op de vijver.
Is dat is nou lente? Lekker dan!

23-03


Vliegensvlugge pimpelmeesjes,
-roets-roets!- tussen de takken van de heg
bouwen zij hun eigen feestje
tot de eitjes zijn gelegd.

22-03


Regen stroomt nog in bakken neer
al trekt verderop de grijze lucht wat open.
Over een kwartiertje of iets meer
kan ik buiten met de honden lopen.

21-03


De prunus, jawel daar issie weer,
-die van de buurvrouw deze keer-
gekleed in een witte bloesemtooi
tegen blauwe lucht geweldig mooi.

20-03


Ocharm, hij is stukgevroren.
De kikker, de in Frankrijk geboren
grenouille van terracotta fabricaat,
kon niet tegen ons kikkerlands klimaat.

19-03


Lang zal ze leven in de gloria,
onze eigen Dolle Mina!
Als piraat staakte ze voor haar rechten,
vandaag hoeft ze even niet te vechten.

18-03


De touwtjes van het grote web
die ons leven domineren,
zij beheersen en controleren
via google, microsoft en whatsapp.
17-03


Slapen in dat warme bed
is in de winter je van het.
Laat het buiten regenen en waaien
zodat ik me nog eens om kan draaien.

16-03


De prunus loopt uit.
Hoewel ten dode opgeschreven
lijkt hij langzaam te herleven.
Roze ijdeltuit.

15-03


Een lokaal vol kakelende meiden
met 1000 en 1 ideeën;
tot ze iets moeten schrijven
dan zijn ze snel verdwenen!

14-03


Het stormt weer eens, de lucht is grijs.
Naar buiten, lopen met de hond,
kop in de wind, heel gezond…
maar eigenlijk zijn we niet goed wijs!

13-03


Met de rode borst trots vooruit,
-vlak naast het geveegde straatje-
prutst de roodborst in de blaadjes

naar beestjes voor zijn bruid.

12-03


Vette zwarte vlokken ijs
steken af tegen de dikke mist;
eenmaal op de grond neergevlijd
zijn de vlokken ineens weer wit.

Het waait en sneeuwt buiten,
de ramen huilen tranen met tuiten.
Binnen loeit de open haard,
dat maakt die tranen meer dan waard.

De volgende ochtend. De sneeuw straalt
in duizelende fonkelingen,
de zon lijkt rond te zingen
dat het winterweer is ingehaald.

11-03


Al regent het dat het giet
we moeten toch naar buiten.
De vogels interesseert de regen niet,
hoor ze eens vrolijk fluiten!

10-03


Urenlang zit ik, net als voorheen
simpelweg te schrijven, heel alleen;
om, teruglezend wat ik heb geschreven,
mijn gedachten een plek te kunnen geven.

09-03


De bruin met wit gevlekte staartjes
van dansende vinkenpaartjes
flitsen, flirten in malle capriolen
door de struiken half-verscholen.

08-03


Het is lang geleden dat ik mijn vrienden zag
dat we samen aten, praatten, lachten.
De tijd heeft ons uit elkaar gedreven;
zo gaan die dingen, zo is het leven.

07-03


Een lompe plons, met een kreet
struikelt de eend te water
geschrokken als hij is
van een dikke roje kater.

06-03


Boven de vaart een sliert ochtendmist,
de waterstroom is spiegelglad.
Slechts wat kringen, een enkele vis
die her en der naar lucht hapt.

05-03


Het is nooit mijn hobby geweest
maar het doet me niet meer zoveel.
Stofzuigen is nu een feest
met die nieuwe op een steel.

04-03


Het strand roept ons luid!
Al trekt de bewolking binnen,
wij gaan eropuit.
De wind verzet onze zinnen.

03-03


Zo had ik dan een oppasbeest,
een goeie lobbes maar zo groot!
Vulde de kamer met één poot,
de zwarte zwiepstaart vierde feest.

02-03


1 maart. Het begint erop te lijken
dat de winter toch gaat wijken.
Blote voeten in het verschiet,
jawel…. maar nu nog even niet.

01-03


Stroomstoring. Heel het dorp ligt plat
geen wifi en geen waterkoker,
hout genoeg dus fikkie stoken
en de zon schijnt dus wie doet ons wat

28-02


De zon schijnt, we gaan naar buiten,
de hond uitlaten op het strand;
zeelucht ademen, diep in en uit,
voetstappen zetten in het zand.

27-02


De zon schijnt, strakblauwe lucht,
ijzig koud dus we zijn beducht:
de dikke laag pekel op de wegen
houdt een mooi Dyaneritje tegen.

26-02


Op de vetbol voor mijn raam
hangt een pimpelmees op zijn kop,
de merel vangt zijn restjes op.
Zo ontbijten ze gezellig saam.

25-02


Jantje huilt en Jantje lacht:
zo kleeft de regen in Ravi’s vacht,
zo schijnt de zon met toverkracht.
Ja, de lente huilt en lacht.

24-02


Een verhaal schijven voor een blad
is nog best lastig, wist je dat?
Tevéél voorraad! Ik moet nu proberen
acht verhalen tot één te componeren…

23-02


Waarom zou je al je dromen
uit willen laten komen?
Je zou je maar gaan vervelen,
geen dromen meer om mee te spelen.

22-02


In onze tuin, ons koninkrijk,
voelt de hond zich koning te rijk:
rennen en spelen zijn gewichtige taken
om een heel landgoed te bewaken.

21-02


De einder lijkt in brand te staan
zo dichtbij zo ver hiervandaan.
De eeuwigdurende wisseling
blijft even in alle stilte staan.

20-02


Toeren door het oude polderlandschap
dat zo kaal is, zo vlak, zo plat,
langs de weiden met de rechte sloten,
brengt je de rust van het monotone.

19-02


De mooie dingen
die we beleven
zijn, eenmaal opgeschreven,
blijvende herinneringen.

18-02


Als een breekbaar tapijt
zo staan krokusjes paars en teer
glinsterend van blijheid
langs het kanaal in Middenmeer.

17-02


“Ik droomde dat ik langzaam leefde”
mooie regels die Vasalis ooit schreef.
Zoiets wil ik ook wel verzinnen
maar ik weet nooit hoe te beginnen…

16-02


Zandkasteel:

De alledaagsheid van de dingen,
een opgeschreven gebeurtenis,
een filosofietje van een paar zinnen,
een wijsheid die zo wijs niet is.

15-02


Bouwen we zandkastelen
met de fantasieën van een kind
zonder dat het ons iets kan schelen
wat een ander ervan vindt.

14-02


Een dagje toeren met open dak,
een bakkie doen op een terras
met een enorm stuk appelgebak…
Ik wou dat het al zomer was!

13-02


Hou toch op met vergelijken
met vroeger ‘toen alles beter was.’
Waarom zou je niet eens kijken
naar wat IS in plaats van WAS.

12-02


Deze zonnige zaterdagmorgen
zijn we voor eventjes zonder zorgen:
de vogeltjes in de kale bomen
laten kwetterend de lente komen.

11-02


En weer is de stoep glad als spek,
de hond blijft trekken aan de lijn.
Dat zou normaal zo erg niet zijn
maar met dat ijs breek ik mijn nek!

10-02


Vandaag ben ik vroeg opgestaan
en zag ik door het glas-in-lood
van ’t beslagen badkamerraam
de kleuren van het morgenrood.

09-02


Ze strooien in de Wieringermeer
kwistig pekelzout op de polderwegen.
Daar kan onze Dyane niet goed tegen,
dus tochtjes rijden: dat komt wel weer!

08-02


De sneeuwklokjes en kleine krokussen
ik kan ze wel de grond uit kíjken!
De zon schijnt, maar ondertussen
weet de winter van geen wijken.

07-02


Starend naar een blanco bladzij,
alsof de woorden vanzelf verschijnen,
ik voel het, ik ben er zo dichtbij…
bíjna pak ik ze… tot ze verdwijnen.

06-02


Een mooie dag, de zon schijnt!
Noordoostenwind blaast ons om de oren,
maar daardoor laten we ons niet storen:
we gaan toeren met de eend!

05-02


Social media

Eventjes ontsnappen
aan de dagelijkse dingen
om daarna even dapper
opnieuw ‘mooi weer’ te zingen.

04-02


Voor ’t weekend is er regen voorspeld.
Ach, wie weet, voor hetzelfde geld
rijden we straks met open dak
in de zon die ik heb besteld.

03-02


‘Je moet lezers hebben om schrijver te zijn.’
Of is het eigenlijk andersom?
Dit klinkt feitelijk minder krom:
‘om te lezen moeten er eerst schrijvers zijn.’

02-02


Een maand vol kwatrijnen, dat viel me mee;
het was best een aardige prestatie.
Nu begin ik aan maand twee…
met werkelijk nul aan inspiratie!

01-02


Voor mijn raam hangt ondersteboven
een specht de vetbollen leeg te roven.
Hij vreet zijn rode buik gulzig rond,
pech voor de spreeuw die na hem komt.

31-01


Zo’n keuken wordt na verloop van tijd
best wel smerig, vies en vuil en jakkie.
Schrobben moet ik, als een keukenmeid,
het lijkt zo simpel, maar ‘t is echt geen makkie.

30-01


Met mijn vriendin naar de grote stad:
zomaar shoppen voor dit en voor dat,
uitgebreid kletsen bij koffie en thee…
Deze dag pikken we mooi maar weer mee!

29-01


De zon schijnt, hoera een feest!
Verdreven zijn de donkere gedachten,
op slag lijkt het leven je toe te lachen.
Zo licht is het lang niet meer geweest.

28-01


Een winterkoninkje op een kale tak,
een koolmees zingt zijn flirtend jubellied.
Zomaar loop ik hier, op mijn kalme gemak
tussen het moois dat deze dag mij biedt.

27-01


Zandkastelen, fantasieën van een kind,
weggespoeld door grote golven werk’lijkheid;
als luchtkastelen, gevangen in de wind,
vervagen zij op de golven van de tijd.

26-01


De tekenstift aller tijden
groeft lijnen in ‘n vertrouwd gezicht.
Sporen van geluk en lijden
als regels in een oud gedicht.

25-01


Klein wordt de wereld, wazig de straat,
niet meer te zien wie of daar nu gaat;
de bomen vervagen, de huizen, de gevels,
gedempte geluiden in potdichte nevel.

24-01


Best moeilijk, een idee verzinnen
voor alweer een nieuw kwatrijn.
Waar zal ik nu eens mee beginnen?
Mag het ook wat onzin zijn?

23-01


Mijn uitgelaten maffe hond
blaft en kwispelt in het rond,
zoals hij graaft en speelt en rent
kent hij geluk in het moment.

22-01


Samen lopen we, de hond en ik,
de specht hamert, ijzelregen tikt.
In de winter in de mist,
wordt mijn wazig hoofd gewist.

21-01


Project schoolkrant

Een handvol meiden iets laten schrijven,
is bepaald geen sinecure.
Ze rebbelen als ouwe wijven,
maar schrijven? Dat kan wel even duren!

20-01


Hoog aan het donkerblauw
hangt -ijzig wit van morgenkou-
glashelder een splinter maan
mijlenver bij ons vandaan.

19-01


Witte hagel op de daken,
wit Is ook de straat.
De gouden zon komt op,
laat de wereld stralen.

18-01


Ik ben die winter meer dan zat,
ik regen elke dag weer nat.
Was de lucht maar blauw en scheen de zon…
Ik wou dat de zomer eens begon!

17-01


Deze maandag, zeggen ze, is ‘blue’
de dagen zijn donker, je bent almaar moe.
“Gelukkig,” zoals mijn moeder altijd zei:
“ook donkere dagen gaan voorbij.”

16-01


Op zekere leeftijd zit men niet meer
achter geraniums zoals weleer,
nee, voor het raam staan nu orchideeën
in zachte pasteltinten voor de sfeer.

15-01


Ook al is het lijstje niet zo lang
en hou ik me vrees’lijk in bedwang,
elke week is het weer bar.
Zóveel boodschappen in de kar!

14-01


Vrijdag de dertiende, dag van de rampspoed:
de thee is te heet, je glijdt uit op de stoep,
je jas is stuk en het regent bovendien…
zo’n dag als vandaag is behoorlijk afzien.

13-01


Campingmijmering in drie kwatrijnen.

Hoor de vogels toch eens kwetteren,
buiten ruikt het stil en fris.
Daar begint het al te spetteren
tot er geen vogel meer te horen is.

De regen klatert op het zand,
vormt snelstromend geultjes vol met water.
J
e schrikt, een flits met zilv’ren rand!
Geruststellend volgt gerommel even later.

Een schouwspel in de verte, hoog in de lucht
bliksemflitsen en kalm gedonder,
een beetje wind, slechts een lichte zucht…
simpel leven, zo heel bijzonder.

12-01


Als een wasbord ratelt en ritselt het riet
langs oude slingerende polderslootjes.
Terwijl ik van de zon geniet,
loopt de hond zich korte pootjes!

11-01


Nog warm uit de droger ligt de was
in de mand klaar om te worden gevouwen
en als het braafste meisje uit de klas
steek ik de handen uit de mouwen.

10-01


Laten we gaan spelen! Kastelen
bouwen met woorden zoals met zand.
Op de hoeken van het vierkant,
zetten we torens met kantelen.

09-01


Het jaar is alweer (ruim) een week oud
de voornemens haast vergeten en koud.
Een beetje minder dit, dat een beetje meer
ach, dat zien we volgend jaar wel weer…

08-01


Weer een reiger, nu voor ons op de stoep
zijn snavel gericht op een vijvertje vol snoep.
Tot we vlakbij zijn blijft hij stokstijf staan.
Dan wiekt hij weg, geeft hond en mij ruim baan.

07-01


Zijn instinct overblubberd door hormonen
drijft hem van graspol naar molshoop.
Je leest dit nu zo heel gewoon
maar hij drijft ons tot wanhoop!

06-01


Aan de rand van de vijver,
(ik kijk mijn ogen uit!)
staat een levensgrote reiger
op zoek naar kikkerbuit.

05-01


Eindelijk geborsteld van kop tot staart,
het beest heeft zo waanzinnig veel haar!
Eindelijk geborsteld van oren tot kont.
In de prullenbak lig een halve hond.

04-01


Een sintgedicht is zo gemaakt
maar echt iets schrijven dat je raakt,
in vier regels, ritmisch en op rijm,
blijkt veel moeilijker te zijn.

03-01


Het nieuwe jaar begin ik met frisse moed,
aan (goede) voornemens geen gebrek.
Elke dag een kwatrijn, ik lijk wel gek!
Eerst de eerste, en verder… voet voor voet.

02-01


Voor het eerst sinds jaren weer veel vuurwerk:
flitsen, knallen, veel kabaal!
Maar mijn hondje, hij is zo sterk,
hij negeert het allemaal.

01-02


%d bloggers liken dit: