Het is zo’n 32 graden in de schaduw als ik er eindelijk aan toe kom om de eerste vakantieweek in een blog samen te vatten. Wat hebben we allemaal gezien en meegemaakt. Hoe warm was het en hoe ver. En hoe drúk onderweg!

Voor de bocht naar A58 na Breda staan we al in de file. Een Blablacar weet zich ver vóór ons nog over de verdrijvingsvakken tussen de wachtende auto’s te persen. Huftertje. Mijn stress-level rijst. Het is bloedheet in de auto en de lontjes van medeweggebruikers (en dat zijn er vele) zijn navenant kort. Het toetertje of duimpje van een enkele passant maakt weer iets goed.

Belgisch wegdek met sinkholes van 30 centimeter diep waar we dwars doorheen raggen. Klabàm! Het is te druk om uit te wijken. Voor Brussel hebben we zeker een kwartier vertraging, de temperatuur in de auto loopt verder op.

Bij Wellin verlaten we de snelweg, weg van het lawaai en de hitte. De milieuvriendelijke route is aardig kronkelend voor de laatste 30 kilometers. Meer schaduw, ramen open, we komen een beetje bij. De metershoge rododendrons bloeien van wit en zachtroze tot knal-fuchsiaroze en donkerrood. Eindelijk kleur na saai asfalt.

Aan het eind van de middag arriveren we bij Camping Maka. We krijgen een rare plek, de camping staat mudvol. Passen en meten, waar zetten we de auto, waar het karretje, waar de tent en oja, waar willen we zitten. Nergens schaduw te bekennen, dat wordt woekeren met parasols. Het zweet gutst van ’t lijf, maar even gaan zitten en uitrusten voordat we de tent opzetten? Nee, we rammen door tot alles staat en dán mogen we neerploffen. Ravi heeft het beter bekeken, die ligt in het lange koelere gras.

De Semois stroomt al staat er weinig water in. Knerpend barsten de kikkers plots in hoongelach uit, njeh-njeh-njeh, een ander beaamt he-he-njeh-njeh-njeh-he! Ze hebben pret, al weet niemand waarom. De kramsvogels scheren hakketakkend achter een grote roofvogel aan.

Veel mensen vertrekken zondags. ’s Avonds worden die lege plekken bevolkt door allerhande vinken, mezen en kwikstaartjes, pikkend naar achtergebleven brood- en andere kruimels, luid aangemoedigd door hun gezinsleden die veilig verstopt in de struiken aanwijzingen van bovenaf geven.

Tourtje en tochtje

Wat een rust, vergeleken met het weekend! Gijs heeft spannende route uitgezet. Florenville, Bouillon etc. Gewoon lekker toeren met open dak door het bos, dorpjes, weilanden. Eindelijk vakantie. In Bouillon strekken we de benen op het wandelpad langs het water en de bastions, koel onder de bomen.

’s Middags struinen we met Ravi een klein stukje door hoog gras naar de Roche Percée, gevolgd door de obligate tekencheck. Score vandaag: 2.

Laatste dag camping Maka

Een open-dak-tochtje met brugjes en tunneltjes. Naast de bloemenwinkel staat een mooie DS die helaas niet te koop is. Ons laatste avondmaal gebruiken we in het restaurantje.

Wintersport?

We staan om 8 uur op en toch zijn we pas om half 11 klaar voor vertrek. Oftewel: heel kalm aan en veel kletsen met mensen. Dak open en goed inzepen, de zon is gevaarlijk.

Het gatenkaasweggetje waar we heen gedirigeerd worden heeft hellingen waarvan je denkt: hier hadden ze beter roltrappen in kunnen zetten. Linksaf moeten we, een karresspoor op. We stuiteren over nauwelijks verhard wegdek dat omzoomd is met naaldbomen, varens en vingerhoedskruid. Karretje huppelt dapper mee.

De Belgisch-Franse grensstreek is een en al troosteloze triestigheid. Gauw doorrijden. Wat verder Frankrijk in en we zitten op een slingerende D-weg dwars door glooiende velden. De weg is pas geasfalteerd: de vrachtwagen voor ons spat het grit door het open dak de auto in. Het zonnegordijn vangt het meeste op.

We lunchen bij Xivry-Circourt. Wie verzint zo’n naam. Bij Metz komen we op de A31, bekend terrein. Tot Nancy, prima weg. Driebaans beton doet de temperatuur echter behoorlijk stijgen. Om 3 uur zijn we de snelweg, het monotone asfalt en het monotone gebulder beu. Direct komen we een plaatsje in waar het barst van de overdreven ontplofte rozenstruiken in allerlei kleuren.

De dorpen lijken onbewoond, waar zijn al die mensen die het land bewerken en de tuinen onderhouden? Er is geen mens op straat. Het is 4 uur geweest, het schooltje is uit. Waar zijn dan al die kinderen? Hermetisch afgesloten kerkjes, lege vervallen schuren die het bij de eerste de beste storm begeven. Niemand die zich erom bekommert. Toch zijn de tuinen mooi onderhouden, de volle jasmijnen geuren je tegemoet en het gemaaide hooi ligt in keurige rollen op het land. Mensenhandenwerk, maar ik zie ze niet. Waar het hooi nog niet gerold is, ligt het grijsgroene gemaaide gras op de akkers te drogen. Het keren van het gedroogde gras in de verte gaat met grote -…ha… ha… HATSJOE! Pardon-  grote stofwolken gepaard.

We rijden en rijden en rijden. Na Gérardmer, we zijn er nu bijna, gaat de Route de Bresse hoger en hoger. Tussen de bomen door een klein doorkijkje op het meer. De Dyane moet hard werken tegen de Col de Grosse Pierre op. Met 955 meter inderdaad een hele Piet. Daarna zakken we af naar Bresse. Het hotel ligt evengoed nog 650 meter hoog. De auto stallen we in de ondergrondse parking, superluxe! Op het balkon van de kamer worden we welkom geheten door talloze kerkklokken. Net als vroeger op wintersport. Het is 6 uur. Tijd voor een drankje en wat eten in het restaurant..

Een extra dagje rust

Een lange dag rijden met de zon pal op het zonnegordijn heeft een negatief neveneffect. We blijven een dag langer om mij gelegenheid te geven weer te landen. In het vriendelijke La Bresse zijn mooie wandelpaden voor de Ravi-uitjes met bruggetjes over het kabbelende water.

Zo te zien wordt het dorp klaargemaakt voor de Tour de France, plantsoentjes en rotondes worden opgefleurd met bloeiende planten en schilden van gele- en bolletjestruien. In de avond betrekt de lucht. Onder begeleiding van de klokken vallen er een paar zware druppels uit de donkere wolken. We gaan vroeg naar bed, morgen trekken we verder.

Inmiddels is de wind aangetrokken en de temperatuur dramatisch gezakt naar 21 graden. Keihard tikt de regen op het tentdak, het knalt en flitst rondom; het onweer zit recht boven ons. Ook dat is avontuur.

á la prochaine!