Jullie hebben vast al door dat we allang weer thuis zijn. In deze laatste editie doe ik verslag van de driedaagse terugrit…

Dag 1

Het overkomt ons vaker: regen in de nacht voor vertrek. We zijn vroeg wakker, het drupt nog steeds… Alles wordt er heerlijk smerig van. Voordeel: het is iets koeler. We pakken het zooitje rammedebam kleddernat in, zondag zetten we de tent in de tuin wel weer op. Issie zo droog.

Twee keer slaat de klok negen keer als we de lichtjes-check doen. Allez-óu! Bij Bollène zijn de meeste rotondes versierd met fietsen; gele, groene en rood-witte bolletjesframes knallen tussen de lavendel. De Tour zal er binnenkort vast passeren*. Het is wat bewolkt, fijn voor de variatie. We rijden een stuk langs de Eygues, een glashelder stroompje dat in de loop van millennia deze kloof heeft uitgesleten.

Route du Gap wordt de Route des Alpes. “Sneeuwkettingen verplicht,” ik moet er altijd om grinniken. De brem aan weerszijden leidt ons slingerend van de ene berg naar de andere, een schitterende weg in alle opzichten. Bij Col de la Croix Haute (1179 m) houden we een stopje voor de lunch en bij Lalley zetten we de wagen aan de kant om te proberen de vergezichten vast te leggen.

Langzamerhand nemen hortensia’s de plaats in van de oleanders, de druiven hebben het veld geruimd voor mais. Een glorieus brok graniet, de Mont Aiguille, houden we een hele poos in het vizier.

Langzaamaan naderen we Grenoble. “Voordat we op de snelweg zijn, wil ik het dak dicht doen.” Jahaaa. Nee dus. Plots zitten we op die gevreesde snelweg. “Ik stop wel bij een aire…”

Uiteraard, zoals deze hele vakantie, de wind, heel hárde wind recht in het gezicht. Wat een kabaal! Het voorraam klappert, het bloemetjesgordijn flappert en het plastic om de waterflessen op de hoedenplank fladdert nog veel harder. Het is loeidruk op de koop toe, verkeer voegt in en uit op de 1001 op- en afritten. Ik sta doodsangsten uit, dit is echt niet grappig. En nergens een aire te vinden. We denderen ineengeklemd tussen de vrachtwagens, langs (of door?) Grenoble tot we bij de bekende afslag Voreppe komen. Hèhè, hier kunnen we eindelijk een zwieper maken en stoppen om het dak dicht te doen. Ik heb er koppijn van gekregen, van de spanning, het lawaai, de hitte. Door de voorstad Voreppe voert de weg ons naar de volgende voorstad Voiron waar alleen de kerk het fotograferen waard is, omdat we toevallig bij een stoplicht staan.

Eenmaal daaruit verlost rijden we snel weer op het niet zo platte platteland. We beginnen het zat te worden, houden nog een klein stopje voor een suikershot van icetea en merengue voor we door karren. Kwart over 5, we zijn er, Mercure Bourg-en-Bresse. We zijn kapot. De hond ook.

Dag 2

En route encore! De dag begint zonnig en een beetje heiig, het dak kan veilig open. We volgen de Bis-route die we vorig jaar ook namen. Toen zag ik wel bordjes Vignobles de Jura, maar de wijnvelden vielen me niet op. Nu zie ik ze, smaragdgroene lappen tegen de heuvelwand gedrapeerd.

Vanaf het koffiepauzetje bij Polligny zijn we al bijna drie uur aan één stuk onderweg, het wordt tijd voor lunch. Nergens een fatsoenlijk stopplekje te vinden, net als op de snelweg bij Grenoble. Uit pure arremoe duiken we een willekeurig afslagje in. Letterlijk, het gaat gelijk met 10% naar beneden. Oei, dat moeten we dadelijk terug omhoog? Eindelijk vinden we bij Fougerolles-le-Chateau een stuk asfalt dat we ondanks het gatenkaaswegdek tot picknickplek bombarderen. Moeizaam kreukel ik me de auto uit, ik snak naar koffie en een broodje. Tom heeft intussen tijd om de route bij te werken.

Gevoederd en gelaafd stuiteren we naar boven, staan dan recht voor een oud pand, “École du Chateau”. Een gietijzeren wegwijzer van voor de oorlog staat er wat steels voor. Achter een volgende bocht staat een geel-witte borne (kilometerpaal) met D83 te pronken voor knalblauwe hortensia’s.

Een paar honderd meter verder zijn we terug op de N57. Een hoge rood-witte borne vertelt ons dat we hier de grens tussen Franche-Comté en Lorraine passeren. Even later zien we het fameuze bord “Ligne partage des eaux” oftewel, de scheiding der wateren. Vanaf nu stromen alle rivieren naar de Noordzee/Atlantische Oceaan. Helaas heb ik die mooie plaatjes niet kunnen fotograferen, ik heb ze al schrijvend in mijn geheugen geprent.

Bij de bekende Ibis in Metz heb ik een grotere kamer geboekt, er is zelfs een waterkoker en koffiemachine. Eten doen we vanavond in het restaurant. We schuiven net vóór twee busgroepen aan tafel, zij met z’n allen in het restaurant, wij op het terras. We zitten hier best.

Dag 3

De laatste dag van is altijd de langste, vervelendste rit. Dag rozen, dag bijtjes, dag koe!

Ergens in België stoppen we een kwartiertje voor koffie voor we verder racen. We kunnen in Sprimont wel stoppen om te tanken en wat te eten maar bij de pomp is het te druk. We gaan door. We karren door de tunnels bij Luik, het door Tom beloofde tankstation komt echter niet dichterbij. Pas bij Echt-Susteren stoppen we eindelijk. Zijn we gelijk 2 kwartjes per liter meer kwijt aan de benzine, jammer dan. We nemen ons verlies.

Eindelijk rust. Een schone wc, hoe blij kun je daarmee zijn. Pas na twee bakken koffie en de restjes van de boulangerie word ik in het briesje weer ‘n beetje mens. Er staat een blauw-witte Fordbus uit 1975 die helaas van alles schijnt te mankeren, zonde van zo’n leuk ding.

De gebruikelijke files staan rond Eindhoven en Den Bosch. Bij Veldhoven kiezen we het alternatief van Tom zodat we de hele file rechts kunnen inhalen. Die van 11 kilometer rond Den Bosch kunnen we helaas minder goed ontwijken, er is geen ont- of doorkomen aan. Tja, this is Holland.
We nemen voor de verandering de A9, nu eens niet die saaaaaie A7. Tegen vijven zijn we thuis, waar de mereltjes fluiten, het gras bij thuiskomst keurig is gemaaid en de zon schijnt. Zo nemen we afscheid van deze Tour de France, we hebben ervan genoten. Tot de volgende keer, het lijstje is nog lang!

Totaal hebben we 4068 kilometer afgelegd in 3 weken volgens het tankbonnetje bij vertrek en de km-stand bij thuiskomst.


*) Thuis kom ik erachter dat Bollène de startplaats is van de etappe op 23 juli.