Drie jaar op rij kamperen met vrienden begint op een heuse traditie te lijken. Herinner je je die vriend die indertijd niets van kamperen moest hebben? Die begint nu in februari te vragen waar we dit jaar heen zullen gaan. Het kan verkeren zou Bredero gezegd hebben.
Het komt deze Hemelvaartochtend met bakken uit de hemel. Noodgedwongen pakken we de kar en de kofferbak van de Dyane in de garage in.
Na vertrek snijden we, geleid door Tom, via allerlei boerenlandwegen de A7-file helemaal af tot voor de sluizen en voegen vlak voor de brug in op de snelweg. Staan we net zo goed stil, maar wel helemaal vooraan. Het IJsselmeer in de stromende regen is dreigend groen met witte schuimkoppen. Vijf kilometer voor het eind van de dijk staat het verkeer weer vast. Bruggetje open, bruggetje dicht (bis).



Even na vieren komen we aan in Vorden op Minicamping Erve Zonnehoeve en het gelijknamige wijndomein. Zonnehoeve, de naam alleen al is genoeg om in vakantiestemming te komen. Zoals beloofd regent het niet meer.
Als we uitstappen komt Maarten, de eigenaar, met een big smile aangelopen. “Bekend geluidje!” Want ja, uiteraard heeft ook zijn familie vroeger een Dyane gehad. We worden gewezen waar we de auto zóuden moeten parkeren, echter “Voor de Dyane maken we een uitzondering, deze mag in de wijngaard achter de heg staan.” Wij bedanken hem vriendelijk. Na het sanitair en andere gelegenheden getoond te hebben zegt hij ons vrolijk gedag en laat ons alleen om de tenten op te zetten.
De vakantie kan beginnen. Met de heg achter ons en de twee identieke Queshua’s aan weerszijde zitten we buiten heerlijk beschut.
“Dineren” doen we in Ruurlo. Plotseling wordt de zijdeur van de Grand Cafézaal abrupt opengegooid en stommelt er een grote horde uitbundige mensen luidruchtig naar binnen. Het feest kan beginnen! Liever gezegd: het feest is duidelijk reeds begonnen. Mannen in keurig lichtblauw overhemd met een onleesbaar logo op de borstzak en met rode sjaals om de hals, iedereen is uitgelaten. Nieuwsgierig vragen we aan de serveerster wat dit voor gezelschap is. “Ik weet het niet, ik zal het even vragen” is het verlegen antwoord.
De ene na de andere heer verdwijnt door de deur naar de toiletten. Een gegeven waar we stiekem om grinniken want meestal zijn het de dames die als eerste naar de wc’s racen en bovendien, hoeveel wc’s zullen er zijn? Als de zoveelste grijzende heer met rood sjaaltje langs ons tafeltje loopt, kan ik niet laten te vragen wat er nou eigenlijk op het logo op zijn overhemd staat. De man komt dichterbij en bij nadere inspectie ontwaar ik in de Gotische letters “C’est Tout”. Ik zie de kleine koperblaasinstrumenten rond de hoofdletters, ik gok op een Fanfare of Harmonie? Welnee, zo chic is het allemaal niet, ze vormen een dweilorkest dat ’s middags op de Dweilorkestendag in Groenlo heeft gespeeld. Niet opgetreden maar gespééld. Dat woord zegt genoeg. We worden uitgenodigd voor een polonaise als ze later op de avond spontaan de instrumenten tevoorschijn halen. Aangezien wij het toetje bijna ophebben, kunnen we dat makkelijk beloven.
Dachten we in Frankrijk veel kikkers te horen? Hier op het wijndomein maken ze ’s avonds een oordeel van jewelste. De maan komt op als een afgekloven nageltje boven de heg.





Vrijdag is het al flink warm als we opstaan, een torenvalk profiteert van de thermiek. Na de lunch gaat de rest lopen, ik kruip genoeglijk achter mijn laptop. Dat is míjn ontspanning.
Voor het avondeten rijden we naar Vorden waar we op een soort binnenplaatsje/tuinterras een tafeltje bezetten. Terug bij de tent zitten we te lezen bij het licht van de ondergaande zon. Tijd om te gaan slapen.



Ontbijt met verse broodjes en een eitje -met dank aan onze zorgzame vriendin. Afwas. Koffie. Douchen. Meer koffie. Aan het begin van de middag vertrekken wij om een open-dak-rondje Achterhoek te gaan kronkelen. De vrienden hebben andere plannen. Dat is juist zo fijn, samen en toch vrij om te doen waar je zin in hebt.
Vlak voor een grensovergang met Duitsland picknicken we. Komen onze bekenden van de Ami Vereniging, die we in april ontmoet hebben, in optocht langs. De witte met rood dak, zijn zoon met de Acadiane waarmee ik heb staan kletsen en nog meer bekende voitures. Er wordt uiteraard enthousiast gezwaaid. Hadden we dat geweten, hadden we lekker met hun meegereden.









Precies op tijd zijn we alle vier terug voor het wijnproeverij-evenement. Echt, ik kan het iedereen aanraden, ook al houd je eigenlijk niet van witte wijn zoals Gijs. Het is net een voorstelling waar we naar kijken. Tineke en Maarten hebben jarenlang een kroeg in Leiden gehad, de babbel hebben ze van nature. Ze vertellen smakelijk hoe ze twee jaar geleden van de drukke stad naar het platteland zijn verhuisd, de uitdagingen waar ze voor kwamen te staan: een gesetteld wijnbedrijf waarvan de oogst direct moest worden binnengehaald en ondertussen de camping runnen. Ze zijn beiden open van aard, contacten worden makkelijk gelegd en ze krijgen veel hulp van een inmiddels bevriende wijnbouwer uit de contreien.
Uitdagingen zijn bijvoorbeeld de Reetjes. “Schattige Bambi’s om te zien, maar als ze de kans krijgen vreten ze de trosjes kaal en vind je slechts de steeltjes bungelend aan de wijnstok. Daar valt weinig eer meer aan te behalen, ze zijn lastig te weren.” Voor de volgende plaag zijn er duizenden witte gazen zakjes aangeschaft, want daar is de fruitvlieg. “Niet de doodgewone huis-, tuin- en keuken fruitvlieg die van beschadigd en rottend fruit houdt, nee, de elite: de Aziatische/Japanse Fruitvlieg, de heer en mevrouw Suzuki. Zij houden alleen van rode of blauwe vruchten en die moeten puntgaaf zijn, zonder deuken of smetplekjes. Mijnheer Suzuki met zijn rode helmpje stapt op zijn brommertje, op zoek naar gave blauwe druiven. Heeft hij er eentje op het oog, haalt hij snel mevrouw Suzuki op. Mevrouw Suzuki boort met het zaagje in haar achterste een gaatje in het vruchtje en vult dit met eitjes. De rest van de blauwe-druivenoogst kun je dan vergeten. Je kunt natuurlijk hele rijen druivenstokken met netten inpakken maar dat bederft het uitzicht voor de campinggasten. Vandaar de witte zakjes die stuk voor stuk om de nog groene trosjes van de blauwe druiven worden gebonden. Dat ziet er tenminste feestelijk uit.”
Ik kan het lang niet zo smeuïg navertellen. Er volgt een verhaal over een anti-valse-meeldauw-pap die gemaakt wordt van het alomtegenwoordige Heermoes, de pest als je het in je tuin hebt en het daar niet wilt hebben, dan is het je reinste onkruid. Op Zonnehoeve zijn ze er blij mee. De rest van de uitleg over de wijn, het persen en bottelen is al even boeiend maar ga ik hier niet herhalen. Ik zou zeggen: boek een proeverij met rondleiding, met een glas in de hand tussen de zonnige wijnstokken wandelen. Je ziet per stam de twee hoofdtakken gebogen naar links en rechts en alle uitlopers naar boven, het verhaal van daarnet wordt ineens aanschouwelijk. De rozen aan begin of eind van een rij vraagt Maarten elk jaar voor zijn verjaardag, dat is de vaste rozenplantdag. Verschillende soorten door mekaar, dat maakt niet uit voor dit natuurlijke en decoratieve “alarmsysteem”.
Wij genieten na met een glaasje buiten op het terras terwijl we wachten tot de pizza’s bezorgd worden.












Het wordt donkerder, de wind trekt aan. Gijs gaat spullen binnen zetten, ik ga gauw naar de wc. Klokslag 10 uur FLITZZZZ! Een oogverblindend, fascinerend schouwspel, de ene zigzag na de andere. Vrij uitzicht rondom, het rommelt aan één stuk door. De flitsen gaan overdwars, slaan niet in.
Ik zit net-an binnen of de bui komt als zondvloed naar beneden. Ravi vindt het een beetje spannend, kruipt tussen en op onze voeten. Een kwartier later is de bui voorbij. ’s Nachts moet ik er een keer uit, het is net een momentje droog. Het flitst achter de wolken als een stroboscoop achter een rookmachine, de donder onophoudelijk, ver weg als boze draak.
De volgende morgen is het droog. Klein zonnetje erbij stoomt de tenten droog. Broodje, eitje, inpakken. Dan zijn we weg na uitgebreid afscheid genomen te hebben van de vrienden en van de familie Collée. Alles bij elkaar was dit een zeer geslaagde try-out, komende week gaan we voor het echie!


