Het fonkelingenzand op de rotsgrond, bezaaid met dennennaalden en droge kurkeik-blaadjes, dat is ons ‘vroeger’. Zó zag ‘onze’ camping, Cros de Mouton in Cavalaire sur Mer, er in den beginne uit. Terrassen waar geen grote caravans, laat staan mobil-homes op passen. Slecht geplaveide paden steil de hellingen op. Zwembad? Niet nodig, je zit vlak bij het strand. Op camping Du Grand Batailler, waar we nu bivakkeren, staan slechts eenvoudige kampeerbusjes, een enkele vouwwagen of een bescheiden caravan. Voor de rest alleen tentjes, stuk voor stuk nog kleiner dan de onze. Een camping zoals vroeger.




Geen loeiende airco’s, geen schreeuwende televisies van mensen die écht geen dag zonder kunnen. Geen disco, geen kinderanimatie. Dit is zo’n camping van een wijnboer die in de bloeiende jaren ’60 zijn kans om te profiteren van het opkomende toerisme schoon zag. Hij maakte plek voor een paar tenten om wat bij te verdienen aan al die mensen (lees: Hollanders en andere noorderlingen) die zo nodig aan de Côte d’Azur vakantie wilden en konden vieren.






Het is nog goed te zien hoe bijvoorbeeld het sanitair in 1961 is aangelegd. Een blok voor de wc’s, links de dameskant, rechts de herenkant. Indertijd hurk-wc’s welteverstaan. Inmiddels heeft men óver de hurkgaten aan de herenkant een vloertje gemetseld. Wc pot erop, aangesloten op het hurk-wc-gat eronder, netjes betegeld, nieuwe deurtjes ervoor gehangen en klaar voor gebruik, voor zowel dames als heren. Je zit nu dus op een hoge trede, een soort troon. Er is geen wc-papier, dat kan de boer niet lijden. Oude tijden herleven als we ‘met de plee-rol onder de arm’ over de camping sjouwen. En mocht je het je afvragen: inderdaad, de wc’s aan de vroegere dameskant zijn nog van het oude systeem.
De allerkleinste campeurs kunnen zich amuseren met een wipkip en twee schommels. Aan de zijkant van het toiletblok bevinden zich de afwasbakken met enkel koud water. Heet water komt uit een aparte kraan naast de wastobbes.
De twee andere blokken bevatten aan de ene kant een rij douches en aan de andere kant een rij wastafels. Geen privé lavabo’s maar je gezellig samen wassen, met zijn allen op een rijtje. Zoals vroeger, al was het toen waarschijnlijk één lange wasbakgoot met verschillende kranen erboven en één afvoer. De douches zijn eveneens redelijk nieuw en alles wordt spic en span gepoetst. Geen idee hoe het er in het hoogseizoen uitziet. Aan de buitenzijde van het damesblok, hoe stereotiep, zijn de wastobbes geplaatst. In beton gegoten, met een uitsparing waar je blok groene zeep of savon de Marseille precies in past. Gelukkig zijn er elders een paar wasmachines waar je gebruik van kunt maken.
Ik mag dat wel, dat je het ‘vroeger’ terug ziet in het ‘nu’.








Langs de hele kust vind je tal van dit soort terreinen waarvan helaas het gros is gedegenereerd tot een huttendorp, een vakantiepretpark. Kamperen met de tent? Dat is hier ècht passé. Ook onze oude camping is nu een soort bungalowpark. Er zijn zelfs huisjes met privézwembad of jacuzzi, terwijl het er in 1987 ongeveer zo uitzag als waar we nu staan. De eerste eigenaren, die Cros de Mouton 50 jaar geleden op een nutteloze berg hebben opgebouwd en bij wie het om de ménsen ging en niet zozeer om het grote geld, die generatie van M. André is nu allemaal overleden. Hier gaan we nooit meer heen. Ik hou mijn herinneringen liever intact zonder ze te laten verpesten door die hutten met privézwembad en loeiende airco’s. Als we naar Centerparcs/Landal willen, hoeven we niet dat hele end te rijden. Nee, geef ons maar zo’n simpel kampeerterreintje. Veel leuker.
PS: Ravi heeft het ook bar naar zijn zin. Minimaal 1x per dag borstelen om alle grasaren en dennennaalden uit zijn vacht te krijgen, hij vindt alles best. Als hij ’s morgens maar uit zijn bench mag om nog eventjes op ons bed te spelen.




