Even zwaaien naar de buurvrouw en daar gaan we. De straat uit, zwieren over de rotonde en hop, daar draaien we de snelweg op. “Goeie reis schat.” “Ja, goeie reis!”
Wat zullen we vandaag op ons pad allemaal tegenkomen?


“De mist zal wel snel optrekken, de zon brandt erdoorheen!” is mijn eerste gedachte. Niets blijkt minder waar. We nemen, noodgedwongen door wegwerkzaamheden en afsluitingen bij Antwerpen, een andere route dan normaal. Tomtom (voortaan Tom genaamd) stuurt ons over Eindhoven-Maastricht-Luik, de weg die ik gezwóren had nooit meer te nemen. Ik leg me erbij neer en neem me voor van nieuwe uitzichten te genieten. De eerste uren echter kom ik bedrogen uit. Van de hele omgeving is niets te zien door de mist. Alleen de contouren van bomen in diverse schakeringen grijs zorgen voor wat diepte in het schouwspel.


Wat een genot, deze auto. Alsof ik in mijn luie stoel zit, ik zou me bijna gaan vervelen. Hoe hard de weg ook hobbelt, mijn handschrift blijft goed leesbaar. We zouden al rijdend rustig koffie kunnen drinken. In plaats daarvan doen we een bakkie bij “Knuvelkes”. Hierna passeren we direct de Belgische grens, komen dan een stukje langs de brede Maas. Van het Belgische wegdek is niets te merken, we schommelen er bedaard overheen.
Luik. Ach ja. Ik begrijp geen biet van de spaghettiwegen dwars door de stad. Stoplichten. Tunneltjes. Belgische bewegwijzering. Het is nogal claustrofobisch. Blij als we eruit zijn en weer normaal gas kunnen geven. De ramen staan inmiddels open, het begint warm te worden.
Op de eerste parkeerplaats in Frankrijk staan Hans en Thilde, al dan niet toevallig. In hun koele caravan eten en drinken we snel iets. Nergens schaduw, het zwarte asfalt brandt onder de voetzolen dus rap ervandoor!



15.42 Thionville.
16.20 Nancy. Zonder regen!
Het tolpiepertje doet het. Op een aire op de péage, nu wel met volop schaduw, komen we helemaal bij. Schoon sanitair en koel water om handen en gezicht te wassen. Verrukkelijk. Nog een paar uur doordouwen tot een uur of 8. De zon zakt gestaag, het asfalt koelt echter maar langzaam af.
18.32 Le Soleil de Langres. Zonder regen!
19.30 Nuits St. Georges. Waar de wijnranken door de muren barsten.






Om 8 uur zijn we zoals voorspeld bij het hotel in Chalon sur Saône. We krijgen een, zelfs voor Ibis-begrippen, piepklein kamertje. De airco doet het, het bed ligt prima, we klagen niet. We zijn half doof geblazen doordat de hele weg de ramen en blazers tegen elkaar open gestaan hebben. Het zal je niet verbazen dat het licht vroeg uit gaat.
Zondag staan we kalm an op, douchen, ontbijten en we zijn klaar voor vertrek. “Goeie reis verder hè.” “Ja, goeie reis.”
Langs Aire de Jugy, “de paddenstoelen” favoriete stop bij de kinderen vroeger. We zijn net pas op pad, wij rijden door. Dwars door Lyon, komen we eerst langs Signe Infini. Voor de tunnels door Lyon een pietsie file, dan langs Musée des Confluences, waarna we langs de blauwe Rhône lekker door kunnen kachelen. We zien de Mont Sainte Victoire (de berg van Cézanne en van Gogh) helder wit tegen de blauwe lucht afsteken. Het zijn allemaal punten van herkenning voor ons.







We zien veel Franse bouwvak-nomaden: schilders en metselaars die met hun busjes als een slak hun hagelnieuwe caravanhuizen met zich meetrekken, op pad naar de volgende klus.
Als we een end op streek zijn, licht vlak voor een afslag ineens het radiatorlampje rood op. Ik dirigeer Gijs snel de snelweg af. Het lampje floept direct uit. Gijs weet zéker dat er in zo’n dorpje, met de gezellige naam La Bouilladisse, een schaduwrijk dorpspleintje is. Hij krijgt gelijk. Onder de platanen midden in het plaatsje koelen we mooi af. De auto ook.


Buiten het dorp draaien we opnieuw de péage op voor het laatste stukje. Volgden we voorgaande decennia de A8 richting Nice, nu slaan we af naar Toulon, waar bij Cassis onmiddellijk de zee ons tegemoet glinstert. Een lange kronkeltunnel leidt ons onder de stad door naar Hyères. Hyères, en nu weten we weer waarom we déze route nooit namen, is één lange opeenstapeling van stoplichten. Een brede boulevard voert ons langs de kustlijn naar Bormes-les-Mimosas.


Tegen 5en arriveren we op de camping, Le Grand Batailler in La Favière. We mogen een plek uitzoeken, zodat we een uurtje later een heel terras van drie plekken voor onszelf ingericht hebben. Uitzicht op dennen en wijnvelden in het avondrood. Het leven is goed.


