Kleine droom, grote droom. Dromen. Eén marktplaatsberichtje, één telefoontje en 200 kilometer verder waren we de trotse eigenaars van ons blauwe ezeltje waar we inmiddels zoveel avonturen mee hebben beleefd. Een kleine droom.

We hadden ook een gróte droom: een Citroën DS, een Snoek. Dit jaar pas gingen we er serieus naar op zoek. Voorzichtig hield Gijs marktplaats in de gaten er ergens één te koop kwam die binnen ons budget paste.

Zaterdag na de vakantie: “Hé, kijk deze eens?”
“Ja mooi, stuur maar een berichtje!”
“Dinsdagavond gaan kijken?”
“Prima.”
Maandag: “We kunnen vanavond al langskomen. Doen?”
“Ja, natuurlijk!”

Afijn, 200 kilometer verder… het bekende verhaal. We maken kennis met een aardig stel mensen die met pijn in het hart de auto verkopen. Wij begrijpen die pijn volkomen als we de, in het late zonlicht goudkleurig oplichtende, limousine zien.

Voor mij is het snel duidelijk. Gijs maakt met de eigenaar een proefritje en is ook verkocht. Ik hak de knoop door.
“Vind je haar mooi?”
“Ja.”
“Wil je haar hebben?”
“Ja.”
“Nou, dan doen we het toch!”
Tegenover ons kijken de eigenaren geamuseerd naar het tikke-takke-torretje-gesprek.
“Jullie wilden toch niet direct beslissen?”
Tsja, bij ons gaan die dingen altijd nou eenmaal een beetje anders dan te doen gebruikelijk.

Al pratend vliegt de tijd voorbij zodat we pas ’s avonds laat de terugreis aanvaarden. Opgetogen en plannen makend rijden we de lange weg terug. Afsluitdijk in het donker? Geen goed idee. We zijn blij als we heelhuids bij Den Oever aan land komen.

Vijf dagen later, het is een bloedmooie vrijdag, keren we terug. Even hartelijk als maandag worden we ontvangen. Allerlei extra onderdelen zijn verzameld, er is warempel een reserve-reservewiel dat eveneens in de Captur geladen wordt. Zelfs het bordje ‘Citroën Parking only’ is van de schutting geschroefd. We zullen er een mooi plaatsje voor vinden. Het op naam overschrijven is binnen een kwartier gepiept. Zomaar ineens zijn we de gelukkige eigenaren van een Snoek! Hoe onwerkelijk klinkt dat. We kunnen het eigenlijk niet goed bevatten. Bewogen nemen we afscheid met de belofte contact te zullen houden.

Op de terugweg, gelukkig net na de spits, rijd ik al die lange kilometers achter het deinende achterwerk van ‘la Déesse’, de godin. Thuis proosten we, moe en gelukkig, op onze nieuwe aanwinst. We kunnen het nog amper geloven maar blij zijn we zeker.

De volgende dag maken we een lange rondrit door Noord-Holland. Noordwaarts over Wieringen naar Den Helder, Julianadorp aan Zee, zuidwaarts naar Callantsoog, Camperduin, Groet, Schoorl, Bergen en via Warmenhuizen, Oudkarspel, Niedorp weer naar boven. De zon schittert uitbundig, de wind loeit van zomerplezier. Langs de kust komen we hele hordes motoren tegen, fietsers die met strandmatten en zwembandjes achterop tegen de wind in boksen en wij snorren daar als rijke stinkerds pronkend tussendoor. Het voelt domweg surreëel. Wiegend en zwierend, groots en meeslepend en allengs steeds meer onbekommerd genietend van deze ongekende ervaring. Een compleet andere beleving dan het open-dak-toeren met ons Dyaantje. Nieuwe avonturen wachten ons!


Categorieën: ThuisTags: