Na een paar proefritjes nu het nog mooi weer is, gaan “we” aan de slag. Ik zeg wel “we” maar iedereen weet dat ik Gijs bedoel.

We beginnen met ontroesten aan de binnenkant. Een Spaans slakkenhuisje komt tevoorschijn bij het lostrekken van de oude, mee-gespoten, geluidsisolatie bij onze voeten. We constateren dat daar slechts wat kleine plekjes aandacht behoeven.

Gijs gaat verder met de laadvloer. Roest zoveel mogelijk wegkrabben, vervolgens met rust-preserver (RX5) insmeren om de roest te impregneren en neutraliseren. Dat is doorzichtig spul dat er helemaal in en tussen kruipt. Als dat gedroogd is kan er antiroestbeschermspul (RX10) op, een zwart, haast rubberig goedje. Ook dat moet lang drogen en pas dáárna kan ik kwasten.

De industrielak die ik bij de bouwmarkt op de kleurcode heb laten mengen, is, nadat Gijs er wat wit doorheen gemengd heeft, goed genoeg voor de binnenkant, al is het iets te blauw in vergelijking met de originele lak. Een plat vlak schilderen lukt mij zelfs.

Als het antiroesten en verven is gebeurd, kunnen de anti-dreunplaten tegen de voorkant van de voetenbak geplakt worden, waarna de nieuwe vloermatten erin kunnen. De laadvloer krijgt een nieuwe mat en dan mag ik het wagentje pimpen. Het vliegend vloerkleed arriveert, Ravi komt eens inspecteren. Het duurt niet lang voor hij erop staat, eens links krabt, dan rechts, vier rondjes om zijn as draait waarna hij zich als een tevreden pasja in het midden van het tapijtje uitstrekt. Beproefd en in orde bevonden.

Lak voor de buitenzijde laten we na een zonnig ritje mengen bij Fraay in Purmerend. We hadden wel een potje tweecomponentenlak op kleur meegekregen, maar Gijs gebruikt in de airbrush liever metaallak. Na meting blijkt het bleekblauw een ‘reguliere’ industriekleur te zijn waarmee ze in Spanje hebben overgespoten. Frappant.

Inmiddels is het november en gaat Gijs met de onderkant van de bodem aan de slag. Die ziet er op zich prima uit, een laag antiroest is alleen wel noodzakelijk. Eerst in de wasbox de boel schoonspuiten: de modder zit in alle hoeken en gaten. Na een dag drogen met de ventilator erop wordt de Aca op de brug gehesen. Een hogedruk-luchtblazer perst er nog veel bende onderuit. De naast de brug geparkeerde bolide wordt beschermd door twee grote schermen. Als dat gebeurd is, gaat Gijs met de honden-waterblazer de laatste hoekjes en gaten na.

Nu kunnen we echt aan de gang. Gijs demonteert de voorspatborden zodat hij overal goed bij kan. Nu is goed te zien hoeveel vuil er nog steeds is achtergebleven, dat wordt eerst weggeveegd. Daarna spuit hij met een slangetje aan de spuitbus de binnenkanten in met het de rustpreserver. De brug en de vloer zijn bedekt met zeilen om de garagevloer niet te smerig te maken, het spul lekt namelijk overal langs.

Elk blootgelegd stuk metaal wordt zorgvuldig bedekt met het glimmende goedje. Ook het uit elkaar gehaalde en schoongemaakte rooster achter de grille krijgt uit voorzorg een laagje. De kunststof grille zelf krijgt direct nieuwe glanzende chevronnetjes. Staat wel zo sjiek.

Wanneer alles ingesmeerd en gedroogd is wordt in de holle ruimtes een schuimachtig spul gespoten (RX7). Dat blijft flexibel en kleverig. De rest wordt ingespoten dan wel ingesmeerd met de zwarte antiroestbeschermer. De beugels van de grille krijgen een nieuw laagje Hammerite verf.

Na een paar dagen drogen gaat de Aca terug de geprepareerde wasbox in. De vloer wordt beschermd met een verse laag plastic. De achterkant van de auto is zo hoog mogelijk opgekrikt zodat alle gaten en kieren van de onderkant verder bewerkt kunnen worden. Gijs hult zich in een witte wegwerpoveral, schudt de nieuwe spuitbus met “underbody coating” en kruipt onder de auto om alle hoeken en kieren grondig te behandelen.

Wanneer de roestprotector gedroogd is en de hal, brug en wasbox zo goed gepoetst zijn dat het net  is of er niks gebeurd is, staat de Aca weer in zijn eigen hok. Hier hebben we de komende maanden rustig de gelegenheid om kleinere plekjes bij te werken en te verfraaien.

Op een mistige vrijdag in december maken we om het resultaat te vieren een ontspannen toertje door de Noordkop langs de Helderse duinen. Een paar dagen later wordt er zóveel gepekeld dat het zonde zou zijn van het vele werk om nog meer tochtjes te maken. Hoe hard de zon ook schijnt…