“Zijn jullie nou helemaal gek geworden?”
Nou, laat ik het zo zeggen. We worden wel steeds ietsje gekker, maar nog niet zoveel dat we helemáál gek zijn geworden. Denk ik toch.
Want wat gebeurt er wanneer je plotseling de vraag krijgt of we interesse zouden hebben in een Acadiane Mixta? Dan word je toch vanzelf heel begerig? Niks geks aan.
De eigenaar die ons het mailtje stuurt, is Tien, die we kennen van de Dyane Vereniging. Zij werkt onder meer bij de Eendengarage in Wormer. Motorisch, technisch en qua onderhoud zit het goed met deze auto, daar kunnen we zeker van op aan. Of we nou echt dríe oldtimers nodig hebben, vragen we ons vervolgens af. Nee natuurlijk niet, met zijn tweeën vier auto’s hebben is lichtelijk overdreven, milieuonvriendelijk en ga zo maar door. Maar het is wél leuk. Twijfels omtrent stalling worden snel door onze buurman verholpen, de Snoek mag in zijn grote hal gestationeerd worden zodat de Aca in onze box kan slapen. Aldus kunnen we antwoorden dat we inderdaad geïnteresseerd zijn.
Enkele dagen later ontvangen we meer details. Leeftijd, kleur, datum tenaamstelling in Nederland, kilometerstand en de hele restauratiegeschiedenis.
Een Acadiane Mixta is een Spaanse bestel-Dyane met een bankje en schuiframen achterin. Het staat te boek als een personenauto, een stationwagen met geel kenteken zogezegd. De benaming is Dyane 6-400 Mixta, Spaans voor gemengd gebruik. En die stond, zoals Tien wist, met potlood in de kantlijn van ons verlanglijstje geschreven…
Hij is van 24 februari (Ma’s verjaardag!) 1984 en in 2021 is hij naar Nederland gekomen. De kleur Bleu Camarque, code AC 635, is alleen in 1984 gebruikt. Het vergrijsde blauwgroen doet denken aan de zinderende zomerlucht boven de Rivièra. De Nederlandse kentekenplaat achterop begint met N-7. Charles Trenet zong erover, de route nationale N7: “Le ciel d’été remplit nos cœurs d’sa lucidité […] on est heureux Nationale 7” [“De zomerhemel vult onze harten met zijn helderheid, […] we zijn gelukkig op de N7.”] I rest my case. Eén en al vrijheid.
We worden steeds enthousiaster en op een zonnige dinsdagavond in augustus rijden we de dijk over naar Friesland. In het echt ziet de auto er nog mooier uit dan we ons herinnerden. De Mixta staat aquamarijn te glimmen in de avondzon, met aan weerszijden een knalrode pompeblêd-smiley. We babbelen wat, tasten wat af en bladeren door de stapel papierwerk. Tien heeft werkelijk álles bewaard en gedocumenteerd, de importpapieren, de originele Spaanse papieren, de keuringsrapporten en wanneer ze welk probleem en reparatie heeft aangepakt.


Na een rondje om de auto, klep open, deurtjes open enzovoort wordt het tijd voor een proefrit. Tien neemt plaats achter het stuur, ik ernaast. Starten gaat soepel… té soepel. De grote sprong voorwaarts!
Er is iets mis met de versnelling. Vanmiddag is er nog mee gereden en nu dit. We balen er gedrieën van, wat een domper. Telefonische hulplijnen kunnen zo gauw geen oplossing bieden. Evengoed komen we overeen dat we de auto graag willen hebben.
Enkele dagen later gaat de Aca op transport naar Wormer. Daar wordt de motor eruit gehaald, geconcludeerd dat het niet de koppeling is. Dat is jammer want nu moet de versnellingsbak open gemaakt worden. Gelukkig is hij in goede handen, we hebben er alle vertrouwen in. De pignon-as in de versnellingsbak blijkt gebroken te zijn. Er komt een andere, weliswaar gebruikte want nieuw niet te krijgen, in. Na deze versnellingsbakrevisie en wat andere reparatietjes rolt de auto in één keer zonder opmerkingen door de APK keuring. Zitten we de komende twee jaar goed.
We hebben mazzel, de auto mag tijdens onze vakantie tussen de stellingen bij de Eendengarage blijven staan. En de eerste de beste vrijdagmiddag dat we thuis zijn, zetten we koers naar Wormer. Likkebaardend kijken we in de snoepwinkel van Sander Aalderink rond, wat een enige auto’s staan hier. De leukste staan buiten: de Aca en onze eigen Dyane.


Het op naam overzetten kan ter plaatse en is in mum van tijd gebeurd. Daarna maak ik samen met Tien een proefritje. Bloednerveus ben ik en Tien zit met kromme tenen naast me als ik het stuur heb overgenomen. Heel begrijpelijk want het is alweer een poosje geleden dat ik in de Dyane reed. Ze geeft me een boel tips, die ik op de terugrit kronkelend door Noord-Holland hardop in mezelf herhaal. Achter Gijs aan scheurend langs Knollendam, Driehuizen, door de Schermer, langs Heerhugowaard zweet ik me peentjes. Hard werken, dit vrachtwagentje, al hoef ik hoegenaamd geen kracht te gebruiken. Sturen zonder stuurbekrachtiging is voor mij echter een complete workout. Heelhuids bereiken we het thuishonk.





In de dagen die volgen maken we een lijstje wat we allemaal aan de Aca willen doen. Hoewel het lijstje gestaag langer wordt, volgen de eerste groene vinkjes erachter al snel. Anti-roest behandelen heeft prioriteit, ik wil hem zoveel mogelijk als dagelijkse auto gebruiken. Nieuwe vloermatten en antidreunplaten tegen het geluid. Kleine dingen zoals een alarm zodat ik mijn lichten niet vergeet uit te doen. En ja, die “pompeblêdjes” gaan eraf, hoe vrolijk ze ook de wereld in kijken. In dit Noord-Hollandse kassengebied zien ze me aan voor de groenteboer die tomaten langsbrengt…



Terug naar de vraag of we helemaal gek zijn geworden. Waarom anders zou een mens zoveel oldtimers willen hebben. Toch is het antwoord heel simpel, en iedere oldtimerfan of citrofiel zal het herkennen. We zijn gewoon hebberig.
Wordt vervolgd…