Ik heb het al eerder genoemd, in het nieuwjaarstukje van 2022. Op een basisschool in Monnickendam werk ik met een aantal kinderen uit groep 6, 7 en 8 aan de schoolkrant. Meestal meiden, een enkele keer jongens. Het worden er alleen steeds méér, iedereen lijkt wel “bij de schoolkrant” te willen. Geen wonder, orde houden is niet mijn sterkste kant dus er worden geregeld grenzen opgezocht. Vinden ze nou eenmaal leuk, soms komen ze ermee weg.

We zijn nu aan het vierde seizoen bezig, gemiddeld drie kranten per seizoen. Het kluppie dat ik nu onder mijn hoede heb draait productie als een malle, we gaan dit jaar zelfs vijf kranten halen. Ze werken warempel alvast vooruit voor de volgende editie als de huidige nog in het kopieerapparaat ligt.

De eerste groep in november 2021 heeft de naam van de krant bedacht welke in variaties met het logo van de school op de cover staat. De rest van de voorpagina wordt verder door één der kinderen ingevuld. Er wordt een voorwoord/inhoudsopgave gemaakt, een spelletjes- en/of moppenpagina, een interview, soms een enquête. Soms is er een rubriek Weetjes met over iets van het seizoen, een dier, het nieuwe schoolgebouw of wat we maar verzinnen.

Op de achterpagina probeer ik meestal een stripverhaal te krijgen. Er was een keer een geweldige cartoon over Sok-Sok en Kletskous, geschreven en getekend door twee jongens die niet voor- of achteruit te bewegen waren. Daar was ik dan weer trots op, dat ze tóch ondanks alle tegenzin iets gefabriceerd hadden.

Vooral verhalen, véél verhalen schrijven ze. Is ook het leukste onderdeel. Ik moet ervoor waken niet een hele krant met alléén maar verhalen te krijgen, dat is soms wel lastig. Een kleine greep? Een spannend spookverhaal; een verhaal over een schatkaart; eentje over een uit de hand gelopen kerstfeest waarbij de kerstboom steeds van het dak van de auto viel; een magisch boek; een magisch paard; een magische pet; Aardt de uitvinder (inderdaad: met -dt, waarom weet niemand) en dan heb ik het nog niet gehad over het vervolgverhaal over een stel omaatjes dat met hun scootmobielen de buurt onveilig maakt. Bij de meeste verhalen worden plaatjes gezocht, getekend, geknipt en geplakt.

Het gekke is: zelf een boek lezen doen ze niet. Nou ja, op school, omdat het moet. Thuis hooguit de Donald Duck. Dan is het lastig een boekverslag in de krant te krijgen, dat leek mij nou leuk. Ik blijf hameren op spel- en schrijffouten en probeer de beginselen van een bladopmaak, marges en uitlijning bij te brengen. Ze zitten op school, moeten toch wat leren dacht ik.

In elk geval kan ik enorm genieten van, en me verbazen over, hun producties, hun verbeelding, hun inspiratie. Maar waarom die verwondering? Toen ik een jaar of 6 was schreef ik immers zelf een verhaal over een potlood? Wanneer ben ik die fantasie kwijtgeraakt?

Zoonlief componeerde in de brugklas op zijn beurt een verhaal over een dag dat hij van de trap af naar boven viel, uit het raam keek en zag dat het regende omdat de mollen laag vlogen. Zijn beginfrase “Het begon allemaal…” gebruik ik nog steeds regelmatig als de Van Gaalen variant op “Er was eens….”

Eerlijk, een goeie juf zal ik nooit worden, dat is ècht een VAK. Maar ik ben stiekem wel een beetje trots. Ik hoop dat deze kinderen hun verbeeldingskracht en creativiteit hun leven lang vasthouden!