Het zit er weer op, de vakantie. Net als in Thailand (2018) zit ik nu buiten aan een tafeltje de achterstallige blogs te schrijven. Ruim twee weken geleden braken we ons zwervershuishouden op en aanvaardden de terugweg…
Via een kronkelroute steken we in een rechte lijn naar boven. Koffietijd in de schaduw, uitzicht op stiertjes aan de ene kant en een meertje aan de andere. Ravi ravot. Het dak van de eend rollen we helemaal open.





We slingeren door dorpjes en over landwegjes en komen geen kip tegen. Geen hond, geen mens, geen auto. Wel een heel oude Michelin ‘borne’, zeg maar een ANWB paddenstoel. Langzaam gaat de groene Morvan over in de beige Côte d’Or. Ik kan er geen chocola van maken. Er zijn alleen maar graanvelden.
Bij de foto’s zul je wel denken, “sjonge, ik zie vooral veel asfalt!” Dat klopt. Voor ons is dat nou juist de lol, het is tenslotte een ROAD-trip. Het cameravenstertje geeft slechts een tweedimensionaal, uitgesneden plaatje van wat wij links, rechts, boven en voor ons zien.
Voort gaan we. Over een ijzeren bruggetje, langs wat zonnebloemen die heel flauw de verkeerde kant op kijken. We lunchen bij een dorpje met uitzicht op een kikkervijver en het lavoir, de wasplaats die al een eeuw niet meer gebruikt wordt. Door het poortje zie je de duiventil in de moestuin van het landhuis. Hiervandaan gaan we naar de bliksem.
























Kijk eens naar het screenshot, de satellietkaart van het gebied waar we doorheen komen. Zoveel kleurtjes? Nah, vooral graan. Ik kan geen graan meer zien. Soms een uitgebloeid veld koolzaad, soms een veld luzerne en dan meer goudgeel graan. Het stuift in grote wolken boven het land waar grote combines aan het dorsen zijn. Zo leeg is dit land, dat je honderden kilometers kunt rijden en alleen maar leeg akkerlandschap om je heen ziet. En windmolens, er zijn er veel bijgekomen afgelopen jaar.
We hoeven er niet eens voor om te rijden: tot onze verrassing belanden plots we op de plek waar we de afgelopen jaren onze blauwblauwwedstrijdfoto genomen hebben. De lucht wint altijd.





Tenslotte staan we voor de poort van Châlons-en-Champagne. Het hotelkamertje is heerlijk stil hoewel het hotel bommetje-vol is. “Het was in elk geval niet druk, op de weg”, zegt Gijs droog. Het understatement van de dag.




Het hemelblauw is vandaag bijna wit, zo fel is het zonlicht. We gaan een warme dag tegemoet. Dak halfopen.
We rijden richting Verdun. De klaprozen bloeien langs de velden. Vlak voor Suippes is een begraafplaats van de Slagen om de Marne, 1914 en 1918. Rijen witte kruisen en afgeronde grafstenen staan in slagorde gerangschikt. De weg gaat verder, door een afwisselende omgeving waar mensen in diverse oorlogen door de eeuwen heen elkaar naar het leven stonden. Best deprimerend, alle nadruk die daarop wordt gelegd met die monumenten, begraafplaatsen tot zelfs slagveld-wandeltochten al dan niet onder leiding van een gids.
Na het Ossuaire (knekelhuis) de Navarin slaan we af, een D-weg op. We picknicken bij Tannay, de zon staat pal boven ons waardoor mijn foto’s van het gedenkteken wat vreemd zijn belicht.










Door het groene bos van de Ardennen komen we terug in België. In Bouillon, waar het nu vele malen drukker is dan drie weken geleden, fotografeer ik met tegenlicht de toeristenwagen met twee paarden ervoor. Verderop doen we een bakkie koffie bij het badhuis midden in het aangeharkte dorp Transinne. Het dak van Dyaantje gaat weer dicht: we duiken hier bij het Euro Space Centre de E411 op, rechtstreeks naar boven.











De snelweg is vol, de grijze golf gaat naar huis. Wij dus ook. Nog mazzel dat er op zondag geen vrachtverkeer is. Op de snelweg bij Antwerpen creëren twee antieke hippiebussies hun eigen file. We vinden elkaar geweldig. Bij de grens bij Hazeldonk gaat het gas erop tot afslag Middenmeer. Wat is Nederland vol en wat rijden ze hier opdringerig! We zijn blij met de rust in de polder.





Twee foto’s: 11 juni tanken in het dorp en 3 juli de tellerstand bij thuiskomst. Totaal: 3552 kilometer. Tenslotte een mooi Polarsteps overzichtsplaatje van de hele reis. Wat hebben we enorm veel gezien en beleefd. Dankjewel Gijs voor al die veilige kilometers!


