In Celle-en-Morvan komen we helemaal bij van de tocht. Wat hebben we veel gezien, wat een heuvels hebben we beklommen en wat een vergezichten stonden ons daarachter te wachten. Het duurt even voordat dat allemaal bezonken is.
We staan op een reusachtige plek, zonder buren links of rechts, aan het snelstromende riviertje dat meer leven maakt dan ik me kan herinneren en met zicht op de goudgesponnen hooirollen in het weiland erachter. De stilte stroomt.
Als we wakker worden staat de zon al recht boven de tent. We hoppen van ontbijt naar koffie, naar nog meer koffie, naar broodje (met koffie) naar thee met koekjes… we moeten alleen wat boodschappen voor het avondeten halen.





Donderdags is het bewolkt en niks warm na de regen van ’s nachts. Ergo: we doen een toertje slingeren op ‘spannende route’. De oude wegwijzer zie ik net te laat, dus Gijs is niet zo goed of zo gek of hij keert de auto en rijdt terug, zodat ik de stenen paal op de foto kan zetten. Hoe hoger we komen, hoe mistiger het wordt. Bij Lac de Settons (590m hoogte) stoppen we voor koffie. Gode zij dank liggen de jassen in de eend. Zie de laatste foto: zoek het meer. Hint: we staan vlak aan het water. Spannende koffie. Dyaantje klimt verder, naar het geitenkruis (Croix de Chèvre) op 689m hoogte. In de mist zien we geit noch kruis. Het gaat ook nog regenen, laten we het dak maar dicht doen….
Voorwaar een spannende route.










In de tent zitten gaat ook vervelen. We lopen -al is het maar om warm te worden- zo’n 3,5 kilometer met Ravi. Zoeken vast ons kaveltje ‘voor ooit’ uit, moet alleen wel iets aan gebeuren. Zie satellietfoto.





Vrijdag, onze laatste vrije dag. Na de kou en regen van gisteravond proberen we in de zon op te warmen. Vinken zijn net als mussen niet schuw. We lopen een rondje met het hondje. Ravi sjanst door een groot hek met een klein Maltezertje. Luie dagen.




