Anders dan op de vorige campings zijn hier géén kinderen, alleen vutters die met hun kleine kleinkindertjes videobellen. Hier hebben we buren links, rechts en achter ons, slechts gescheiden door een heggetje zodat je alle conversaties woordelijk kunt volgen. Dat is wel wennen na alle ruimte en stilte. En het uitzicht missen we. Hier is alleen zicht op de caravan van de overburen.
Dit gemopper terzijde: de kerkklok, die twee keer op ieder heel en elk half uur de tijd slaat, daar houden we van. Mijn koeienbellenkitsch uit de Schlucht hangt roerloos aan de tent. Het gaat om het idee, wind staat er niet. De wifi-verbinding is hier formidabel. Fijn voor mij: ik kan nu eindelijk mijn verhalen uitwerken. Ik doe bijna niets, behalve met de schaduw meebewegen en mijn schrijfsels bijwerken. We komen alleen van de plek af om een salade bij Café de France te nuttigen…



De dagen die volgen zijn wisselvallig. Er zit regen in de lucht. Ver weg nog, maar hier voelbaar. De lucht is zwaar, ademhalen is zwaar. Als tijdverdrijf toeren we naar Camping La Turelure in de Ardèche. Het kampeerterrein waar we twee jaar terug stonden, is ook nu nog niet half bezet. Op de kaart is ons rondje eigenlijk een vlieger. Heen stuurt Tom ons via Barjac, Vallon Pont d’Arc en Ruoms naar l’Argentière. De buien waar we achteraan rijden, liggen in grote plassen op het asfalt. Terug nemen we de weg via Prends-toi-Garde-, Jouyeuse, Rosières, Notre Dame naar Barjac en verder naar Goudargues. Net een vlieger met een staart. Aan de andere kant van de berg is het droog.












De volgende dag begint wederom regenachtig. Schuilen in de tent. Koffie met een schuimpje. Als het opklaart vertrekken we richting Barjac, naar de markt. Onderweg worden we overvallen door een enorm heftige hagelbui, doodeng in de zeiknatte, spekgladde haarspeldbochten. Zodra het kan zet Gijs de auto aan de kant achter de andere schuilende auto’s. Vijf minuten die een uur duren. Daarna gaan de hagel-eieren over in regen en kunnen we door. Tegen de tijd dat we in Barjac aankomen is het droog… op de rivieren op straat na.
We vinden een plekje op het parkeerterrein direct aan de markt, een klein autootje is zo handig hier. Onder de pikzwarte lucht verkennen we in sneltreinvaart de kraampjes die het nog niet hebben opgegeven maar houden het gauw voor gezien.





Op de camping is zowat geen drup gevallen en gaandeweg de dag vordert, trekt de lucht verder open. ’s Avonds is er een einde-schooljaar-feestje in het dorp op het plein voor de basisschool. Vanaf onze plek klinkt het uit de verte als een goeie band. Muziek uit onze jeugd: Dire Straits, Pink Floyd, Dixie Chicks, Leonard Cohen etc. Gezellig zitten we zo tot 12 uur buiten de tent, tot de band opdoekt.
Dan breekt er een echt mooie dag aan om te gaan kronkelen en een beetje te struinen. Ik wil graag naar La Roque sur Cèze. Voor het autovrije dorp parkeren we beneden bij de brug. Over de gladgesleten keien klimmen we naar boven naar het kasteel (helaas gesloten) voor mooie vergezichten over wijnvelden tot de Mont Ventoux aan toe. Zo’n blauwe lucht met witte wolken maakt mooie foto’s. Ravi struint dapper mee.


















