Via een avontuurlijke tocht komen we ten langen leste op de afsluitdijk in de standaardfile terecht. In Friesland heeft de zon zich achter dikke wolken terug getrokken, weggejaagd door de wind. Weilanden, paarden, wat bonte koeien, afgewisseld met “Kameleon-dorpjes” en uit de kluiten gewassen boerenhoeves… maar geen enkele knappe picknickplek te vinden. Voor mijn gevoel úren later stuiten we plots op een prachtplek. Een bosje voor de benodigde privacy, een ronde picknicktafel, een watertje met langs glijdende kano’s en gillende meiden in een wiebelend bootje. De thee en krentenbollen smaken naar vakantie.

De zendmast in Hoogersmilde steekt hoog boven de motorklep de lucht in. We koetelen verder en tegen vieren arriveren we op de minicamping Beilerhorst. De tent staat ingericht en wel in een uurtje op zijn plek en dan is er koffie. Intussen zijn de wolken gezakt en komen al spetterend naar beneden. Wij zitten droog. Kacheltje is warm.

Vrijdag. Tom(tom) weet een Hunebedrondje. Om warm te blijven gaan we op pad. Overal zie ik meer dan manshoge rododendrons. Fantastische verstoppertje-plekken onder knalroze bloemen-dekbedden. Misschien lijkt het wel of ik in de bekende facebook-val ben getrapt. Zonnige foto’s, blije hond, mooie ritten…. Ik deel de mooie dingen die we beleven en sta maar niet te lang stil bij de kou, de wind, de regen. Elke foute interpretatie van Tom is een nieuw avontuur, het is maar net hoe je het bekijkt.

Het eerste hunebed waar we over een rul weggetje terechtkomen ligt nabij Valthe. Een kleine hoop stenen slaapt in de schaduw van een boom. “Vogel wipt. Tak kraakt. Lucht betrekt. Bijna niets om naar te kijken en juist dat bekijk ik.” schreef Roland Jooris in de jaren ’70. Zo voelt het precies.

Gevoederd en gelaafd in de luwte van wat struikgewas rijden we naar Valthermond om onderdelen voor de Dyane op te halen. Hierna hervatten we de route naar hunebedden D19 en D20, in de buurt van het dorp Drouwen. Even wachten tot de meute klaar is met fotograferen en op de fiets is gestapt, daarna hebben we het rijk alleen. Bijzonder van dit stenen gevaarte is de extra buitenring van kransstenen. Een doorkijkje onder een deksteen: Ravi achter de coulissen.

Zijpaden van de route brengen ons op klinkerwegen die bestraat zijn met minimorenen. We rammelen tussen de hoge bomen door tot het pad heel saai weer in asfalt overgaat. De laatste hunebedden die we bezoeken liggen in Rolde. De prehistorische begraafplaatsen liggen in het verlengde van het kerkhof bij de kerk. Of eigenlijk andersom. Onder eeuwenoude bomen, omringd door rododendrons zie je eerst de grafzerken, keurig in het gelid langs aangeharkte paden naast elkaar, daarachter een rommelige hoop keien waar een paar families elkaar naast, onder of bovenop de stenen op de foto zetten. Ik probeer er omheen te fotograferen.

De middag loopt op zijn end als we terug op de camping zijn. We gaan wederom een kille nacht tegemoet.

Zaterdagsmorgens zijn we mooi op tijd bij het startpunt van de 2CV Drenthe-clubrit. We parkeren midden in het hoge gras tussen de mede-eenden en aanverwanten. In een sliert van een stuk of tien auto’s gaan we van start maar al snel zijn we er een aantal kwijt die het dichtstbijzijnde restaurant induiken voor de lunch.

Helaas gaat het traject deze keer vooral linksom. Tip voor de volgende organisatoren: niet doen! Als je steeds rechtsaf slaat, geef je de bijrijder tenminste de kans de voorgangers in optocht te fotograferen. Die zitten nu telkens aan de -voor mij- verkeerde kant.

De beloofde Drenthe-rit voert ons voor het merendeel door Overijssel, maar dat mag voor ons de pret niet drukken. Ook mooie bomen, landerijen en kasteeltjes. Bij Landgoed Het Laer in Ommen schijnt de zon. Picknicken naast de kinderboerderij klinkt als een plan, de koffiebekers en de broodjes staan al snel op tafel. Hiervandaan kunnen we de verkeerd rijdende achterliggers goed zien. De één na de ander moet keren om vóór de hertenkamp de route op te pikken. Een ander eendenstel voegt zich bij ons, genoeglijk lunchen we in de zon. Bij het eindpunt aangekomen loop ik nog een rondje foto’s waarna we terug kronkelen.

Wat zullen we nou eens vanavond eten? Alle kookspullen zijn mee, maar als je met twee personen en een hond in de tent zit, is er weinig manoeuvreerruimte over. Gijs haalt bij een Surinaams afhaal restaurant roti’s en barra, fantastisch idee. We gaan met volle maag slapen.

Zondag. Tijd om te vertrekken. Het regent niet meer, hopelijk droogt de tent snel. Eerst maar eens beginnen met thee en een rondje met Ravi. Ik pak binnen alles in terwijl Gijs buiten orde op zaken stelt. Er wordt hevig aan de tent geschud, al het water wordt eraf geveegd. De tent is zo goed als droog op de onderkant na als we de boel opbreken. Het extra zeiltje heeft de modder tegen gehouden, het is schoon water. Eraf vegen en thuis een uurtje op zijn kop laten drogen.

De terugweg slingert met een kronkel naar Giethoorn en Urk naar die stomme Markerwaarddijk. Pal tegenwind natuurlijk, maar Dyaantje trekt het best. Thuis brandt de kachel. We zijn afgeknoedeld, bekaf van vier dagen rijden. Het was mooi proefkamperen: zo weten we dat het luchtbed echt lek was, kon Gijs de stoel repareren en hadden we verder alles bij ons. Maar om nou te zeggen dat we dit weekendje-weg uitgerust zijn?


%d bloggers liken dit: