Om een uur of tien zijn we klaar voor de start. Eerst tanken hier op het dorp: niet noodzakelijk maar het scheelt twee duppies met de tankstations dichter bij Amsterdam. Vol verwachting snort ons motortje, de zon wenst ons stralend van plezier een goeie reis. De wind deelt harde plaagstootjes uit, waardoor onze koets schuddebuikt van het lachen.

Naarmate we het beginpunt van de route naderen komen we verschillende gepimpte eendjes tegen. Gewoontegetrouw zwaaien wij naar elke 2CV maar krijgen geen enkele sjoege terug. Gespannen zitten de jongelui voor het eerst van hun leven achter het stuur van het huur-eendje, het karretje immers waar hun ouders zulke leuke herinneringen aan hadden. De jongeren vinden het daarentegen maar een doodeng wagentje en van de gewoonte te pepperen of een hand op te steken naar een soortgenoot hebben ze nog nooit gehoord.

Bij de garage van Sander Aalderink in Wormer aangekomen, worden we ontvangen met koffie en verse zelfgemaakte plaatboterkoek. We komen ogen tekort bij het zien van al het moois dat staat opgesteld. Het ‘eerste rolletje is in no time volgeschoten’. Oftewel, mijn mobieltje maakt overuren, blij dat er niet zuinig-aan gedaan hoeft te worden omdat er maar 36 foto’s op één filmrolletje passen.

Als de meeste deelnemers zijn gearriveerd is na welkomstpraatje het woord aan Sander, Mister Aalderink himself. Hij vertelt over het ontstaan van de garage, de uitbreidingen, over de verschillende bijzondere auto’s die er te zien zijn en het ontwikkelen van de elektrische eend waar men nu volop mee bezig is. Hij leidt ons rond in de garage, we zien wrakken en museumwaardige toppers, we zien Eenden, Dyanes, een enkele Mehari en wat Ami’s, een Sahara-2CV, een prototype Citroën M35. Buiten staat een rijtje HY bussen op restauratie te wachten. Ravi snuffelt braaf mee, hij wordt allengs vetter en viezer. Mijn schone lichte spijkerbroek navenant door zijn bedel-pootjes.

Het is zó leuk, daar rond te struinen met al die -relatief jonge, of althans jong van geest,- gelijkgestemden en zelfs oude jeugdvakantiebekenden. De groep is niet te groot, mooi overzichtelijk. Iedereen in enthousiast en trots op zijn/haar Dyane. Hoewel Acadianes nog schaarser zijn, is een aantal clubgenoten in het gelukkige bezit ervan.

De belegde broodjes staan inmiddels klaar en na nog een bakkie koffie kunnen we aldus gelaafd en gevoederd vertrekken. De route is al in Tom ingevoerd, een papieren beschrijving houden we voor de zekerheid bij de hand. Windkracht 8, het dak blijft dicht.

We vertrekken als één van de eersten. Ergens langs het water staat een picknickbank met mooi uitzicht. Hiervandaan kunnen we de volgende deelnemers goed aan zien komen en fotograferen. Ondertussen waai ik uit mijn jas, maar dat mag de pret niet drukken. Haastig sluiten we bij het koppel aan. Door het raam schiet ik plaatjes van uitzichten en autootjes. Het één net zo leuk als het ander.

Voor ons zijn het bekende wegen waarover we rijden maar doordat we steeds van andere richtingen komen, lijkt alles ook voor ons nieuw. Bij Schardam stuiten we op het IJsselmeer, hoge golven met witte schuimkoppen stuiven tegen de oevers. Dit keer slaan we bij Etersheem af, door het dorp waar het schooltje van Dik Trom staat. Het eindpunt is bij het Wapen van Middelie waar op de meute gerekend is. Op het terras, in de zon en een beetje uit de wind, strijken we neer. Het eerste rondje drinken is van de club. Iedereen is het erover eens: het was een leuke en uitstekend verzorgde tocht.

Voor de terugweg zetten we Tom op kronkelen. Zo ver is het tenslotte niet naar huis. Rammelend over de klinkertjes in Twisk, gewoon omdat we dat zo leuk vinden.

Thuis neem ik Ravi onder handen. Zijn lange, eens witte, vacht kleeft en is grijs aangekoekt. Na het borstelen zijn mijn vingers zwart en olie-vet. Morgen gaan zowel spijkerbroek als hond in de tobbe!


%d bloggers liken dit: