De maand april staat in het teken van ritten en oldtimers. Zondag 10 april: de zon schijnt dús gaan we toeren. Hoewel we heel Noord-Holland al tientallen keren doorkruist hebben, weet MyDrive van Tomtom een nieuwe route naar boven te toveren die ons aanstaat: van ’t Zand naar Rustenburg over dijkjes en langs de ontwakende bollenvelden.
De weg naar ’t Zand nemen we alvast binnendoor. Van daaruit gaat de route over de vlotbrug richting Julianadorp waar we onder de duinen links afslaan. De hyacinten beginnen te kleuren. Via Schagerbrug kronkelen we verder landinwaarts. Hierna ben ik het overzicht en de richting kwijt, ik kijk slechts om me heen en geniet van het gekke platte land waar we wonen. Grotendeels rijden we met open dak, gewoon de zon op je kop: instant geluk.
Ergens tussen Veenhuizen en Obdam houden we een koffiepauze. Mijn fantastische vondst, een gereedschapstas van de Action, doet dienst als stevige picknickmand. Die plastic shoppers van de bekende warenhuizen vallen op den duur uit elkaar en ik kan er nooit iets in vinden. In deze nieuwe koffer zit alles gerangschikt, het bestek in een apart afgesloten vak zodat ik niet meer in een scherp mes grijp (wat me nogal eens overkwam). Ravi springt als een losgebroken lammetje op vier poten de lucht in door het lange gras, snuffelt in konijnenholen en doet zich tegoed aan keuteltjes.



Op het parkeerterrein naast een café-restaurant in Oudendijk zie ik een pracht van een antieke Mercedes staan, en een kitcar en verhip, het staat vol met oude auto’s. Gijs parkeert onze oldtimer tussen een minimini en een stokoud Lanciaatje waarna we een ronde doen langs het gevarieerde wagenpark. Stuk voor stuk hebben ze hun voors en tegens, onze trouwe blauwe Dyane is voor ons de beste.






Bij de Gouden Karper in Rustenburg aangekomen rijden we terug naar boven, Dyaantje ruikt de stal. Deze rit gaan we onthouden.
Eerste paasdag, 17 april. We vertrekken bijtijds, het zal er wel druk worden. Met deze zonnige paasdagen naar een oldtimershow: het kan weer, het mag weer, we gaan. Binnendoor toeren we naar Venhuizen waar het gebeuren plaats vindt. Breed grijnzend worden we naar de parking voor ‘showwaardige oldtimers’ verwezen. Onze Dyane wordt in het zonnetje gezet.







De mobielen die we op dit parkeerpleintje zien, zijn alvast een mooi voorproefje. We hebben eigenlijk geen idee wat we kunnen verwachten. Binnen verwelkomt een mensenmassa ons met een hoop geluid. Jaren ’60 rock ’n roll, polkadot petticoatjurken en ouwe auto’s: het is een feestje. Veel Amerikaanse sleeën, kevers glimmend als smarties, een hippie-bussie dat als trouw-wagen verhuurd wordt en dat is pas de eerste hal. In de volgende ruimtes vrachtwagentjes, antieke trekkers en in weer een andere zaal wat brommers en motoren. Langs de wanden staan stands met miniaturen, Route 66 memorabilia en andere zooi. Niet of nauwelijks iets van Citroën op een Acadiane, twee DS’en en een enkele Traction Avant na. Een veel mooie Traction staat buiten op de parkeerplaats te glimmen. We hebben vast een paar hallen gemist maar we vinden het mooi geweest. De mensen blijven binnenstromen, een voorbode van nog grotere drukte. We smeren hem.











Buiten de poorten prikken we op Tom een ‘spannende route’. We worden door het centrum van Hoorn gedirigeerd, langs bomvolle terrasjes met genietende toeschouwers in de zon. Een stukje over de dijk waarna we landinwaarts trekken door Noordbeemster, Middenbeemster, Westbeemster. Weilanden met koeien en oude boomgaarden die bloeien. Dwars door de Rijp en Graft krauten we, over een klinkerpad tussen smalle huizen waarlangs brede bolides geparkeerd staan. Eenrichtingsverkeer zou logischer geweest zijn. Eenmaal uit het dorpjes bevrijd draaien we een dwarspaadje in voor een kop koffie met een gevulde koek.
Koetelend verder, Tom loodst ons naar het pontje bij Akersloot. Ravi krijgt door het open dak snoepjes van de veerman toegestopt, altijd goed. Binnen een minuut zijn we aan de overkant. We laten Akersloot achter ons, kachelen door Limmen naar Bakkum naar Egmond. Er zijn niet veel bollenvelden, veel staat nog onder plastic. Dat is vast goed voor de bollenteelt, maar geen gezicht op foto’s. Eentje weten we er te spotten waar toevallig geen toeristen doorheen dwalen. Zo, de Dyane staat er weer gekleurd op. Over de Eeuwigelaan naar Bergen. Ook hier zitten alle terrassen vol en doen de ijssalons goede zaken. Wij kijken en hebben bekijks.





Langs de duinen en meer bollenvelden rijden we huiswaarts. Thuisgekomen ploffen we rozig uitgewaaid in de tuin, tot en met het laatste zonnetje wordt de dag ten volle benut.
We kijken nu al uit naar de rit volgend weekend door Noord-Holland, met de Dyane Vereniging. De week daarop een weekendje-weg naar Enschede. Laten we duimen dat het weer dan net zo meewerkt als de afgelopen weekenden!