Het wilde niet zo erg, het schrijven van blogs. We waren druk met vakantie houden. Nu we hoog en breed thuis zijn zal ik proberen een verhaal van de verdere belevenissen te componeren. Al is het enkel om de foto’s te showen.

Na de Romeinen in de Morvan gingen we, met een overnachting vanwege de regen in een hotel bij Lyon, naar Goudargues. Camping La Grenouille, die vorige jaren nagenoeg leeg was in september, was nu overvol. Of we niet gereserveerd hadden. Neuh? Waarom?

Er was slechts één ieniemienieplekje over, precies genoeg voor ons tentje, karretje, autootje, een tafeltje en twee stoeltjes. Krap als het was, het paste precies. Het dorp was eveneens afgeladen vol, maar de Cèze kabbelde onverstoorbaar als altijd, het terras aan het glasheldere kanaaltje was als vanouds plezierig en de elk half uur slaande kerkklokken vertrouwd.

We deden niet veel bijzonders. Sjouwden wat door het dorp met onze pluizenbol, liepen over de markt, reden de toeristische route door de Gorges d’Ardèche. Bezochten Montclus, een middeleeuws ansichtkaart-stadje waar het boogbrugje uitnodigde tot een foto-shoot met de Dyane. Zagen we toch iets wat we nog niet eerder gezien hadden.

Gorges d’Ardeche

Montclus

Na een dag of zes tourden we door naar de kust. Anders dan anders dit keer over D-wegen en een eind N7 en niet over de péage. Een prima route voor de Dyane. Vanaf Le Luc dwarrelden we naar beneden, door zwartgevlekte heuvels waar enkele weken geleden heftige bosbranden woedden. Hink-stap-spring had het vuur grote velden geblakerd, kaal geslagen tot een triest, afschuwwekkend gezicht.

Bij Saint-Tropez stonden gelukkig de drie beroemde parasoldennen nog steeds veilig op hun plek in het midden van de weg. Zo bereikten we tenslotte Camping Cros de Mouton in Cavalaire-sur-Mer. In 1987 waren we hier voor het eerst, mét de toenmalige Dyane, vervolgens bijna elk jaar met steeds grotere auto en tent en steeds groter groeiende kinderen. We zijn er nu terug, met zijn tweeën met de Dyane. De cirkel is rond.

Het weerzien met receptioniste Mireille en haar katoenhondje meneer De Vries was hartverwarmend. Wat een verschil die twee hondenbeesten. De één een langharige mop, de andere een soort poedel. Na twee weken Frankrijk snapten we die tondeuse heeeeeel goed.

van Goudargues naar Cavalaire-sur-Mer

We vonden een grote plek op een ‘caravan-straatje’. Tentkampeerders zijn namelijk een uitstervend ras geworden. De tamme wilde zwijnen maakten geen onderscheid tussen tent, camper of caravan. Elke avond en nacht liepen ze te scheumen over de plekken, op zoek naar eten en water.

De eerste dagen was het bloedjeheet en strakblauw, zoals het hoort. In mijn eentje naar het zwembad terwijl Gijs noodgedwongen bij Ravi bleef. Of andersom. Saai. We liepen een rondje door het dorp en de haven, aten een ijsje. Comme d’habitude. Dat mijn favoriete menthe/choco-ijsje dit keer naar verf-afbijt smaakte door de nasleep van corona was een beetje jammer.

Onze traditionele wandelingen in de heuvels achter het dorp en langs de strandjes bij Gigaro, al vaker beschreven, maakten we nu met een enthousiaste hond. Voor Ravi spannende nieuwe ervaringen.

eerste plek en het zwijn op bezoek

de haven

wandelen in de heuvels achter het dorp

wandeling Gigaro

Ondertussen werd heel Frankrijk in een depressie gestort. Qua weer bedoel ik. Het enige puntje waar het net goed leek te gaan, zou zoals gebruikelijk Cavalaire zijn. We bleven daarom waar we waren. Onze plek moesten we echter vrij maken voor de volgende camper. Het terras-straatje, dat vroeger vol stond met kleine tentjes was afgelopen winter platgewalst om plaats te maken voor chalets. Nu konden wij er nog staan, prinsheerlijk vrij op een plek groot genoeg voor drie bungalows. Dat er geen schaduw was, deerde niet. Zware bewolking en ’s nachts regen terwijl de volgende dag alles in de zon weer opdroogde. Die avond konden we bij lagere temperaturen makkelijker de berg oplopen, Ravi poedelde heerlijk in de overgebleven plassen op het zandpad om af te koelen. Hij zag er niet uit!

slecht weer

de nieuwe plek op het terras (nog zonder huishouden), Dyane en karretje beneden ons.

Het enige nadeel van langer aan de kust blijven, was de enorme afstand om terug te rijden. Met de Dyane haalden we dat natuurlijk niet in twee dagen. De 1500 kilometer werd in drieën gehakt om met hotelovernachtingen achter elkaar de thuisreis te kunnen maken. Evengoed een enorme opgave. Hoe dat uitpakte? Een volgend verhaal.


%d bloggers liken dit: