De hele week heb ik elke avond op een tuin- of eettafel gelegen zodat ze mij konden borstelen. Daar moeten ze namelijk goed op oefenen, anders komen er vervilte klitten in mijn prachtige puppy-donzen vacht. En als je die eruit moet wurmen, zijn we allemaal niet blij. Ik leg me er tegenspartelend bij neer. 

Maar wat krijgen we nou? Zit ik in een vreemd huis zomaar wéér op een tafel! En deze meneer is veel strenger dan al mijn baasjes bij elkaar, hij pikt geen gebijt, gebrom, gewriemel. Elke keer weer draait meneer Henk me op mijn zij of rug en borstelt gewoon verder. Een klein tikje van zo’n borstel op je neus, nou dan wil je wel even stil zijn. Eventjes dan, daarna probeer ik het gewoon opnieuw. Kijken wie het het langst volhoudt. Hij pakt me stevig beet en zegt streng: ‘Is het nou over met die aanstellerij?’ en ‘doe ‘es effe normaal joh, hou ‘es op!’. Hij borstelt en kamt stug verder.

Denk ik dat we klaar zijn, komt het volgende drama. Meneer Henk zet me in een badkuip en gaat op zijn dooie gemak in een paar maatbekers zijn gif mengen. Alsof ik meedoe aan een laboratoriumexperiment. Help! Uit alle macht probeer ik uit die gladde wasbak te klauteren. Delf ook hier het onderspit.

Uitgebreid word ik in de shampoo gezet. Sopperdesop, helaas geen mop. Die warme douche daarna is wel lekker. Mag ik nu weg? Helaas, er moet nog een lading conditioner op mijn lijf gekledderd worden. Na lang uitspoelen wordt de kraan eindelijk dichtgedraaid.

Met een speciale handdoek-die-geen-handdoek-is rost meneer Henk het meeste water uit mijn haren. Daarná pas mag ik even schudden. Geen lol aan zo. Thuis spetter ik gerust de hele keuken drijfnat. Veel leuker. Ik moet weer terug op de tafel en dan begint het gelazer met een blazer. Ik hou niet van herrie, dat weet je toch. Naar die warme lucht happen is een keertje grappig, maar ik blijf niet aan de gang. Schiet nou maar op met dat ding. Inmiddels zit ik al zo’n twee uur af te zien. Ik ben moe van het gedoe.

Mijn oren worden geplukt en schoongemaakt, het haar rond en tussen mijn tenen bijgeknipt en… yesss… het elastiekje is verdwenen. Mijn pony is bijgewerkt zodat mijn mooie ogen weer te zien zijn. Dat is al die moeite wel waard. Ik ben nog nooit zo streelzacht geweest, mijn haren voelen als veertjes.

En het grote voordeel? De volgende keer als ze me op de tafel mikken, blijf ik redelijk relaxt liggen, gaat het kammen en borstelen een stuk sneller en blijf ik prachtig fluffy. Makkie.

Dankjewel meneer Henk, tot gauw!

PS: Die lange pony, daar zit overigens een reden achter. Vroeger, op Madagascar, konden mijn voorouders vanachter die haren de slangen en andere enge beesten in de gaten houden. Slangen hypnotiseren hun prooi door ze in de ogen te staren en dan toe te slaan. En dat lukte ze bij mijn betbetbetbetovergrootouders lekker niet. Toch slim van mijn familie. Een elastiekje om een staartje te maken is dus absoluut een doodzonde. Kijk, dat vind ík nou een goed verhaal.


V.l.n.r: Met staartje voor de kapper, watergolfjes na het wassen, na het föhnen…. en na het bos de volgende dag.


%d bloggers liken dit: