Door het plaatsje Charolles rijdend snap ik ineens wat voor soort koeien al dagen om ons heen sjouwen. Charolais koeien dus. Die wittige met een krulkuif, honderden hebben we er gezien deze week. We passeren bij La Clayette een rivier, geen idee welke. Wel een mooi, typisch Frans plaatje zo met het water en de platanen. Plus de blauwe Dyane natuurlijk. De route die we vandaag hebben ingegeven, gaat voornamelijk over D-wegen en een klein stukje snelweg. 

Hoe dichter we bij Lyon komen, hoe meer verkeer. Bij Dardilly duiken we de jakkerdejakkerroute op. Zoals gewoonlijk in de bijnafile voor de tunnels en dan ligt daar als beloning het Musée des Confluences te schitteren in de zon. Daarna de N7. Die is zo mogelijk nog drukker, we zijn dat echt ontwend. Ik zoek naar betonnen N7 paaltjes, die staan alleen links van de weg en zijn van plastic. Niks an.

De laatste etappe duiken we weer een slingerweg in. We steken een vreemde brug over waar je alleen met heel smalle autootjes op mag, passeren is anders niet mogelijk. Je rijdt hier eerst door een soort sluis, en als dat past, kun je door. Je maakt eens wat mee.

En verder gaat de weg. 60 Km/u op een weg waar je 80 mag en ik vind het nog te hard. Een haakse bocht. We hebben het bord 50 niet gezien en komen met 70 aan scheuren. Oeps. Insturen. Niet te hard remmen. Nog meer insturen. En dan maar hopen, ja -hij doet het-, dat de tegenligger een beetje uitwijkt. Ik hang met twee handen aan de handgreep die Gijs als eerste gemonteerd heeft toen we de auto net hadden. Gouwe greep, die greep.

In de Ardèche valt de camping die we bedacht hadden in Tournon sur Rhône vies tegen. Een norse lokettiste (want vanuit een gesloten hok achter een plastic scherm) vraagt als eerste om een paspoort, vervolgens krijgen we uitvoerige uitleg hoe we ons bij het zwembad dienen te gedragen. Als je tegen mij direct al begint met dingen die móeten of die verbóden zijn, heb ik het al gehad. De camping ligt bovendien vlak onder een racebaan waar de motoren tot laat langs scheuren. Tel daarbij op de muggen en vliegen en ander vliegend gespuis en we zijn er klaar mee.

We zijn bek-af van de drukke lange rit, klappen de tent uit op de eerste de beste plek en gaan zitten. Met een wijntje erbij komen we langzaam maar zeker tot rust. Geen brood op de camping, geen congélateur voor de koelblokken en alleen betaalde wifi in ruil voor kabaal en muggen? De keuze is gauw gemaakt. We smeren ‘m. Morgen kronkelen we over 125 km naar Largentière, Camping La Turelure. Een tip van de vorige campingburen.  


%d bloggers liken dit: