Het huiswerk is wederom: schrijf een reisverhaal van precies 500 woorden. Waar moet ik een reisverhaal vandaan halen?
Vriend A. stuurt me een bericht uit den verre: een filmpje van regendruppels op lotusbladeren, de belofte van bloemknoppen verscholen in de modder.
Vogelgeluiden en het gekwaak van kikkers voeren me terug naar het 13-in-een-dozijn balkon op 10-hoog in de goorste stad van Azië. De geluiden zijn gelijk, zoals de vogels en de kikkers in natuurschoon als in stedelijk geweld hetzelfde zijn.
Vandaag twee jaar geleden vertrokken we, niet wetende dat we een half jaar later hard terug zouden rennen. We hadden heimwee, we misten familie, huis en tuin, seizoenen. Zes maanden. Een half jaar. En geen dag langer hielden we het uit.
Vandaag voel ik even een scheutje heimwee, het gemis van wat ik daar had. Daar, dat balkonnetje, was immers mijn thuis voor die tijd. Mijn tijdelijke veilige haven boven het lawaai van de stad, mijn verre uitzicht over zee, mijn eigen hoge vogelnest.
Home is where your heart is. Mijn thuis is in Nederland. Maar af en toe verlangt mijn hart terug naar dat balkon op de tiende verdieping.
In Thailand beleefden we in de weekenden avonturen. Schrijvend op mijn balkon kon ik camoufleren dat het doordeweeks een saaie bedoening was. Dat lukt hier niet. Elke dag lijkt op de vorige en de volgende. Mijn schrijven heeft onder sleur te lijden. Mijn huiswerk ook.
Een bestaande blog herzien? Het resulteert in een gedrocht met rare zinnen en een onlogische volgorde. Alles om maar woorden te schrappen, moeilijke woorden te versimpelen en het teveel aan dubbele woorden door synoniemen te vervangen. O ja, en dan moeten er ook nog speciale taalingrediënten in zitten die het lezen eenvoudig, leuk en informatief maken.
Ieder woord op een goudschaaltje wegen, elk woord moet nut hebben, elke zin moet mooi zijn. Terwijl ik schrijf zoals ik praat. Mijn blogs zijn verhalen, brieven haast, die alleen door familie, vrienden en bekenden worden gelezen. Zij horen het mij vertellen, mijn ‘stem’ maakt het leuk en persoonlijk. De verhalen zijn in de verste verte niet goed genoeg voor een artikel. Ik worstel verder in de hoop ooit beter te worden.
Dan komt het fenomeen ‘Textalyser’ om de hoek kijken. Een digitaal programma dat je tekst analyseert op lastige woorden, te lange zinnen, dubbele woorden of te vaak gebruikte termen. Hoe meer ik de tekst, in mijn ogen, vereenvoudig, hoe hoger de moeilijkheidsgraad uit de bus komt. Ingewikkeld maar wel makkelijk leesbaar. Schiet mij maar in de kerstboom.
Hoe deed Simon Carmiggelt dat? Die ging in een café zitten, luisterde schaamteloos de conversaties af, bracht er een mooie sfeertekening bij aan, overgoot het met een sausje van overdrijving en voilá een Kronkel verzuipend in Hoog-Nederlands of Plat-Amsterdams met lang-vergeten woorden is geboren. Het werkt. Na zestig jaar werkt het nog steeds. Ik ga ook maar eens in een café zitten koffie drinken. Enig idee waar?
Een reisverhaal is dit niet geworden. 500 Woorden wel.
Volgende keer beter.