Lyrisch kan ik ervan worden. De wolken. Door het licht fascineren de wolken me. Het licht achter de wolken, een soort hoop. Een betere metafoor dat alles verandert ken ik niet.
Wolken zijn als de dagen in een heel leven, telkens anders. Wolken met een zilveren randje na wat eerst een grijze regendag leek te worden. Wolken als spiegels van de mens, van ervaringen en herinneringen, van gevoel en emotie, van nu en van toen en een kijkje in morgen.
Wolken, lucht en water. Ik begrijp best waarom Nederlandse schilders zo succesvol waren, de inspiratie immers elke dag anders. Slierten streperige windveren, doorsneden door vliegtuigen die van hot naar her kriskras spelletjes doen tegen het blauw. Kleuren diffuus weerspiegeld in kaarsrechte sloten en vaarten, spelend met de golven van de zee.
Prachtige wolken, maar als ik er een foto van wil maken, zit er ineens een ander object voor. Een huis, een dak, een boom, een lantaarnpaal… Mijn oog kijkt daardoorheen, omheen, selectief kijken zoals je ook een selectief geheugen, geweten of gehoor kunt hebben. Ik zie wat ik wil zien, de camera ziet ongecensureerd alles even scherp.
Zie ik roze, paars en rood, de camera ziet vooral geel en oranje. Ik zie meeuwen schelpen stukslaan, scholeksters met open snavel naar de golven schreeuwen, strandpleviertjes op wieltjes door de branding sjezen. De camera ziet vooral zee en water en lucht en oja, daar ergens wat vogels. Nooit zal een camera het gevoel, de stemming, het geluid en de geuren erbij weer kunnen geven die het beeld compleet maken.
En toch, en toch blijf ik het proberen. Alle mooie momenten probeer ik vast te leggen in woord en beeld. Zodat ik op sombere dagen kan terug kijken en weet dat alles voorbij gaat, mooie dagen zullen weer komen.