Alles is anders dit jaar, ook deze minivakantie, al is het gegeven, de bestemming, hetzelfde gebleven. De zon schijnt eind september nog steeds uitbundig, maar zijn dienstverband is met enkele uren teruggeschroefd. De wind maakt daarentegen overuren. Dat kennen we, een dag of drie dan is het weer over. Nieuw is het lange uitslapen en wakker worden bij 16 graden en als eerste een plek in de zon zoeken waar we normaal gesproken de stoelen van schaduw naar schaduw verhuizen.
Onze dagen op de camping zijn gevuld met ledigheid. Ze verglijden van brood halen naar ontbijt met koppen thee naar de koffie en nog een bakkie naar een uurtje zwembad naar een broodje naar een paar koppen thee naar het aperitief naar ‘wat zullen we doen met eten vanavond’. Waarop het antwoord meestal is: ‘niets’.
Waar we ook komen, het is er ‘een gekkenhuis’. Waarmee we dit keer het tegenovergestelde bedoelen. Het verschil met juli en augustus is zó bizar dat ik overal foto’s van maak anders gelooft het thuisfront dit nooit.
De lege lanen, de lege plekken op de onderste helft van de camping. De oudste helft waarmee de gebroeders 45 jaar geleden begonnen zijn, en de plekken nog enige logica hebben.
De lege huisjes op de terrassen onder ons, waar nu geen colonnes auto’s staan en geen kinderen badmintonnen.
Het lege asfalt zonder auto’s en de lege plekken op het terras waar wij in de verte als enige tentje nog staan.
Het lege zwembad met alle lege stoelen, waar we voorheen al blij waren als we er met zijn alleen eentje konden bemachtigen.
Het lege restaurant van de camping, met maar de helft van de tafeltjes opgesteld, waar we in het hoogseizoen moeten reserveren.
De lege parking bij de Carrefour, waar we gewoonlijk moesten vechten om de te kleine plekken.
Het dorp, de ijssalon met nog steeds hetzelfde Vietnamese meisje, de crêperie. Een gekkenhuis is het. Overal.
Ik mis alleen mijn mede-gekkies, die net als wij gek genoeg waren om jaar in jaar uit in dit gekkenhuis de haringen in dezelfde gaten te prikken als de jaren ervoor, terwijl de kinderen ’s zomers samen opgroeiden en ook weer vrienden-voor-het-leven werden.
Ik stel voor ons zilveren jubileum volgend jaar juni hier met zijn allen te vieren. De zon elke dag, stralend. De lucht helderblauw, lachend. De wind danst er tussendoor. Uitgelaten zomerzotheid.