Wie de zee overvaren, verwisselen van hemel, maar niet van ziel.
(Coelum, non animum mutant, qui transmare currunt / Horatius)
Deze onderneming, dit avontuur, deze in de schoot geworpen kans hebben we met twee handen aangegrepen. Om vervolgens te merken dat het gras aan de andere kant van de wereld net zo groen is.
Of, zoals Paulo Coelho beschrijft in ‘De Alchemist’, om erachter te komen dat de schat die je najaagt gewoon in je eigen achtertuin blijkt te liggen.
De hoofdpersoon, Santiago, vraagt aan de kristalkoopman waarom hij niet meegaat op de alchemie-queeste. Deze antwoordt: ‘ik ben bang dat het een grote teleurstelling wordt en daarom houd ik het liever bij dromen’.
Zo bestaat de wereld uit alchemisten en uit dromers.
Ik zou graag reizen en dingen zien en meemaken. Als toerist, niet als ontdekkingsreiziger. Ik ben niet zoals de avonturiers, de reizigers die er niet om malen ‘s nachts in het oerwoud naar de wc te moeten of een slang in hun bed tegen te komen. Of die in hun eentje door Zuid-Afrika trekken en gaan bungee-jumpen. Hoe graag ik die reisboeken ook lees, ik hoef niet hetzelfde mee te maken. Ik kan er op afstand van genieten en bewondering voor hebben. Deze schrijvers durven en doen wel. Ik niet. Ieder zijn meug. Zij schrijven, ik lees. Iedereen blij.
de wereld is fijn overzichtelijk
vanuit mijn gouden vogelkooi
met zelf-gesmede tralies
veilig en geborgen
Misschien is het voor een ander niet te begrijpen. Misschien luidt hun oordeel saai, leeg, beperkt, oninteressant, struisvogel zelfs. Maar mijn vrijheid nu zit in die zelf-gesmede vogelkooi, mijn thuis. De zekerheden en het geborgene van familie en vrienden, van mijn woonkamer of achtertuin in Holland, van plek 158 in Frankrijk. Laat mij nu maar dingen ondernemen waar ik blij van word, waar ik verstand van heb, waarmee ik iets voor een ander kan betekenen. Daarnaast blijf ik lekker dromen.
Citaat: De Alchemist © 1988, Paulo Coelho, bv Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam.