Was ik naïef, te denken dat je hier kunt integreren, één worden met de bevolking? Heb ik het ‘wonen in Thailand’ geromantiseerd?
Waarschijnlijk beide.Door het lezen van de vele reis- en emigratieboeken was ik ervan overtuigd dat het mij, ons, zou lukken in Pattaya een bestaan op te bouwen. Me niet realiserend dat er heel weinig, zeg maar nul, boeken uitgebracht worden van de niet zo geslaagde emigraties, van de complete mislukkingen. Waarmee ik dit avontuur nadrukkelijk geenszins tot een mislukking wil bestempelen.
We hebben alle emigratie fases in dit half jaar wel doorlopen:De eerste periode waarin alles nieuw, zonnig en optimistisch was. De eerste hectische weken dat we driftig op zoek moesten naar een woning, ik een paar dagen in het ziekenhuis lag en we nergens zeker van waren. We bleven positief kijken naar de uitkomst, we zagen de mogelijkheden, stapje voor stapje werd duidelijker wat we wilden en waar we terecht zouden komen. Er moest van alles geregeld worden met de visa, de werkvergunning, het Thaise rijbewijs…. vooral voor Gijs heel stressvolle weken. Het was voornamelijk een periode van het in orde brengen van het papierwerk, bureaucratische rompslomp, voordat ‘het grote genieten’ kon beginnen.
Wat nadat we gesetteld waren in ons appartement ook best lukte. Naar de bloemenmarkt, het huisje aankleden, elk weekend erop uit. Gijs’ werk was meestal leuk en ik amuseerde me prima met schrijven, naar het strand, schrijven, naar het zwembad, schrijven, lezen…. en zo gingen de weken voorbij. Tot dan toe leek het, vooral voor mij, allemaal één grote vakantie.
Met gekromde tenen echter zat ik in de auto, me het rambam schrikkend van elke brommer. Gezellig door de stad wandelen was er op die manier ook niet bij, als voetganger leg je het in het Thaise verkeer tegen alle andere weggebruikers af.
Ik bleek niet zo ondernemend als ik met mijn grote waffel altijd beweerde. Mijn onzekerheid nam toe. Om daar iets mee te doen, leek het me een goed plan een paar dagen in retraite te gaan… met averechts resultaat.
Na verloop van tijd sloeg de verveling toe.
Het lekkere eten kwam van tijd tot tijd mijn neus uit, letterlijk. Ik ben de tel kwijtgeraakt van de keren dat ik over de wc pot hing.
De drukte, herrie, chaos, stank, vervuiling gingen me meer en meer tegen staan.
De grote bussen met lompe Chinezen, de botte Russen bij het zwembad, de opdringerige verkopers langs het strand irriteerden me steeds vaker.
Hele dagen bleef ik ‘binnen’, zat ik te schrijven of te lezen op het winderige balkon terwijl Gijs juist beter in het gewone ritme van zijn werk kwam. In plaats van ‘in te burgeren’ bleven we de toerist uithangen en leuke dingen ondernemen. Het bezoek aan Angkor Wat, het hoogtepunt wat ons betreft. De trips naar Chiang Mai. De parken en tempels die nooit gingen vervelen. De kinderen die op vakantie kwamen. Fietsen in Bangkok, avondje rondsjouwen op Khao San Road eveneens geweldig. Alles om uit alle macht de twijfels te weerleggen.
Op een gegeven moment vroegen we ons serieus af of we dit nu echt wilden voor langere tijd. Het contact met het thuisfront hielden we via whatsapp zo goed mogelijk in stand. We voelden ons schuldig dat we de kinderen niet persoonlijk moed in konden spreken voor de tentamens en afstuderen, dat we niet geregeld op bezoek konden gaan bij de moeders. Ik realiseerde me dat ik hier wel heel geïsoleerd was, afgesneden van iedereen die ik ken en liefheb. Ik nam afstand van de droom, de illusie. Elke dag weer probeerde ik het van de positieve kant te bekijken. Ik zette mezelf tot actie, al stelde dat niet veel voor.
De mooiste, warmste, droogste, zonnigste zomer ooit gemeten in Nederland en wij zaten hier. In het donker, in de regen. Waar waren we mee bezig? De optelsom van alle voor- en nadelen afwegend werd duidelijk: het is mooi geweest, we gaan de termijn niet verlengen. Ook al is het bij dit halve jaar gebleven, we kunnen zeker terugkijken op een bijzondere periode. Die ervaringen zullen ons ons leven lang bijblijven.