Voor vandaag hebben we een paar nieuwe tips gekregen. Als eerste naar de, ons onbekende, tempel Wat U Mong uit de 13e eeuw. Een tempel die is opgebouwd uit gemetselde tunnels midden in het bos aan de voet van de berg Doi Suthep.

Hier gaat het helaas regenen. Het is net-an 9 uur, het is uitgestorven. Waarschijnlijk is er nog veel meer te zien in de gangen en grotten en je kunt er buitenlangs helemaal omheen lopen, maar we voelen er niet veel voor om met de plu door het modderige terrein in het bos te dwalen. Dat we deze onthouden voor een volgende keer is duidelijk.

Gisteravond heeft Paul ons een mooie route voorgesteld waarbij je langs eindeloze uitzichten, olifanten parken, orchideeën- en vlinderfarms rijdt. Tsja. Het is zondagmorgen. Vroeg. Alles is closed. Wij rijden mooi door. Onderweg parkeren we een paar keer in de berm om van de panorama’s te genieten.

Bij Baan Tawai, wood carving village, stoppen we en lopen we een rondje. Ook hier is driekwart van de shops gesloten. Het is zó anders geworden dan 10-20 jaar geleden. Vroeger zaten ze gewoon op de grond, een blok hout tussen de blote voeten geklemd te bewerken met beitels en gutsen. Nu zie je niemand meer aan het werk.

Bij één winkel, Tipmanee, slaan we steil achterover. Aladdins Grot der Wonderen is er niets bij. Wonderbaarlijk minutieuze snijwerken, sierlijke, verfijnde kunststukjes, taferelen uit één stuk boom van metershoog gesneden en tot leven gebracht. Helaas, ‘no pictures! no pictures!’. Zo jammer, je zou mijn ogen niet geloven. We vinden niets van onze gading, wat we mooi vinden is te groot en weegt tonnen. Het is sowieso allemaal kunst, dus duur. Maar wat geweldig om te zien. Fantastisch deze droomwereld door mensenhanden gemaakt.

Door naar de parasollenkwekerij, Bo Sang. Dat is in al die jaren flink eveneens veranderd. En parasols interesseren ons eigenlijk niet eens. We snuffelen wat rond en stuiten stomtoevallig op een ouderwetse, ambachtelijke houtsnijder die wel aan het werk is. Met opnieuw een schat aan de prachtigste dingen. Sinds we op de Night Bazaar mooie wandpanelen hebben gezien, heeft Gijs dat in zijn hoofd. Deze zaak heeft er een aantal in verschillende formaten en versieringen, meer of minder van kleur voorzien aan de muren hangen.

Onze voorkeur gaat uit naar een ronde, niet te klein maar nog hanteerbaar… oh boy, dat wordt afdingen. Hoe we het meekrijgen zien we dan wel. Na wat heen en weer geschuif met de zakjapanner zijn we het eens. Zorgvuldig wordt het teakhouten paneel in plastic gewikkeld. Gauw maak ik een paar foto’s van de winkel, wat ik dit keer vergat, zo totaal beziggehouden door alles wat ik zie en vooral ruik, het hout, de lak….

Al zijn we veel te vroeg vangen we toch de terugkeer naar het vliegveld vast aan. De auto ongeschonden inleveren en alle formaliteiten daaromtrent afhandelen is zó geregeld. We kleden ons om, de korte broeken, hoeden en overtollige dingen kunnen in de koffer. Het houtsnijwerk nemen we als handbagage mee, hopelijk past het in het bagagerek.

Zo groot is dit Chiang Mai International Airport nou ook weer niet, zeker niet aan de domestic kant. We kunnen kiezen tussen Burger King of Mac Donald’s. Franse frites bij de Mac met mayo, dat is lang geleden.

We hebben zowat anderhalf uur om op een harde stoel te zitten, wat rondjes te lopen en vooral mensen te kijken. Wachten is niet onze hobby. Boarden gaat vliegensvlug, we zitten dit keer wel naast elkaar maar niet aan het raam. Ik schrijf bovenstaand verslag en buiten zijn alleen maar wolken te zien. We missen nix.

De koffer is er snel en we komen recht tegenover de auto de hal uit. De uitweg uit het vliegveld leidt tot nog een rondje vliegveld. De bewegwijzering is dramatisch of ontbreekt en verlichting is er al helemaal niet. Uiteindelijk volgen we een bus, die zal het wel weten.

Thuisgekomen is het nog vroeg maar we zijn bekaf. We klinken op de goeie afloop en dan houden we het wel voor gezien. We gaan een rare week tegemoet….


%d bloggers liken dit: