De volgende dag….

Op ’t end weet ik niet meer goed hoe ik liggen moet, op dat bed dat in eerste instantie niet zo erg hard leek. Ik kom stram overeind en ga zitten. Begin gelijk met oefenen. Zittend. Nu. Hier.

Wanneer het eenmaal helemaal licht is, klinkt er een blikken bel. Het is nog geen 7 uur. De etenstrommel hangt aan de haak van de kuti. Je weet wel, zo’n stapeltje metalen bakjes, als in de film ‘The lunchbox’ (goeie film, aanrader). Het is veel te veel wat ze me op mijn nuchtere maag proberen te voeren.

Normaal ontbijt ik enkel met thee en hooguit een toastje. Tegen heug en meug weet ik nu toch wat rijst, ei en groenten naar binnen te wurmen. Het schaaltje en lepeltje was ik netjes af. De rest wat er nog in de bakjes zit, hang ik terug aan de haak, dat wordt een halfuur later weer opgehaald.

Het wemelt van het leven om me heen. Salamanders schieten door het blad op de grond en er zitten niet twee, maar wel tientallen eekhoorns in de grote bomen. Grijze, lichtbeige, donkerbruine zitten elkaar achterna, tot vlak bij mijn kuti. Ik ben half braaf: ik maak geen foto’s maar beschrijf stiekem al wat ik zie, hoor, ruik en voel. Vogels, vlinders, er fladdert en fluit van alles in prachtige kleuren en tonen. Een soort hop-vogel met een knaloranje veren hanenkam en lange snavel pikt naar wurmen en mieren. Zitten er zat.

Dat leidt allemaal natuurlijk ontzettend af terwijl ik me suf probeer te oefenen in het niets doen, enkel te ‘zijn in het moment’.

Op de kamer staat wel een waterkoker, maar ik heb geen theezakjes. En die blauwe ton in de badkamer, is het de bedoeling dat ik me daarin ga afpoedelen? Ik voel me plots eenzaam, ontheemd. Letterlijk. Niet ‘thuis’. Ook dat is maar een gevoel.
Denk ontheemd > terug naar: zittend, nu, hier.
Voel eenzaamheid > terug naar: staand, nu, hier.
Tik-tak-tik-tak, als een pingpong balletje.

De hoofdpijn van gisteren ontwikkelt zich tot een heuse migraine. Toch doe ik mijn best te oefenen in de vier houdingen. Ik heb, denk ik, nog steeds een idee wat ik aan het doen ben. Al ben ik heel benieuwd wat ik in het dagelijks leven van het geleerde in praktijk kan brengen, ik ben nu hier.

Ik ga lopen. Lopend. Nu. Hier. En ben vervolgens de weg kwijt en zo groot is het hier echt niet. Zoiets als verdwalen in Kolhorn. Het kan. Als ik de keuken ontwaar, kom ik daarvandaan wel verder. Maar ik voel me letterlijk verdwaald, verloren.

Een gevoel van hevige desolaatheid overvalt me pas echt als ik om een uur of 11 met het volgende, alweer veel te overvloedige maal in mijn eentje buiten aan het tafeltje zit.

Ik kom tot niets. Kan mijn denken niet laten gaan, niet loslaten. Ik ben verdrietig, en weet tig dingen te benoemen waarom. Terug naar lopen. Maar ik blijf verdrietig, en dat is allemaal niet in het nú en al helemaal niet híer. Ik kan het niet loslaten. Ik huil en ik huil.

Die hoofdpijn loslaten dan? Die hoofdpijn die elke keer als ik bedenk: ‘Staand. Nu. Hier.’ hardop brult: ‘Hahaha, ik sta hier nu ook!’

Ik scharrel de paracetamols op. Er staan gelukkig veel flessen water in de kuti. Ik eet heel mindful een koekje dat ik meegenomen had. Buiten ruikt het bloemig, de krekels maken een bult herrie en de zon doet pijn aan mijn ogen.

De migraine wordt erger en erger, ik word er misselijk van en steven rap op een hysterische paniekaanval af. Wat doe ik hier in godsnaam? Waar ben ik vredesnaam mee bezig? Mijn bonkende hoofd laat mij niet mindful zitten of lopen of staan, het eist alle aandacht op! Dit gaat niet lukken, ik kan dit niet!

Ik ben totaal alleen in een wildvreemde omgeving waar ik eerlijk gezegd gewoon bang voor ben. Grote bek, maar bange angsthaas. Weten we dat ook weer.

Khun Gor is niet op zijn kantoortje maar komt me een uur later opzoeken. Inmiddels héb ik het niet meer. Ik wil alleen maar weg, maar voel me tegelijk schuldig om de mislukking. Khun Gor is begripvol, natuurlijk mag ik gaan. Mijn schuldgevoel wuift hij weg: ‘it is not the right moment for you’.

Ik smijt mijn spullen lukraak in de duffel en app een Grab. Prompt breekt het noodweer weer eens los. Ik struikel de pick-up in, ik ben onderweg. Sorry Khun Gor en Monk Mark, voor alle moeite die jullie voor me hebben gedaan, het is inderdaad misschien gewoon not the right time for me. Or the right thing, I don’t know.

Ik noem deze ervaring maar ‘een leerzame mislukking’.

De volgende dag zit ik op het balkon. En doe wat ik het liefste doe. Zittend. Typend. Hier. Nu. Weliswaar over het verleden, de afgelopen dagen, maar toch. Ik zit, het lijf zit. Ik typ, mijn vingers typen. Hier. Nu.

Weer wat geleerd.


%d bloggers liken dit: