Wat zou er gebeuren als wij ons boeltje zouden pakken en naar de zon vertrokken? Elke keer dat het grijs en druilerig Hollands weer was, koud en nat, net geen winter en net geen zomer, en elke keer dat we struikelden over betuttelende regeltjes, werd dit idee weleens door één van ons aan de ander voorgesteld. En nu hebben we dan deze in de schoot geworpen kans Holland voor een tijdje te ontvluchten, aangenomen.

Wat ik daar ga doen? De mensen willen concrete antwoorden horen, maar wat kan ik zeggen? ‘Helemaal nix’? Dat hoort niet, in de Nederlandse maatschappij wordt er van je verwacht dat je werkt. Of is dat mijn eigen waanbeeld, wat ik voor een ander aan het invullen ben?

Ik kan toch moeilijk antwoorden dat ik wil schrijven. Alsof iemand op mijn schrijverijen zit te wachten. Buiten zijn, genieten, tot rust en tot leven komen, en schrijven. Dat klinkt míj zelfs gek in de oren, laat staan dat ik dat aan een ander durf te bekennen.

Als een baby die leert lopen, zo verken ik schrijvenderwijs dit nieuwe leven. Alleen naar het buurtwinkeltje, vreemd geld tellen. Naar het wasserijtje, de was ophalen. Naar het strand of naar het zwembad op het dak. Af en toe een teen in het water dippen om te voelen hoe koud en hoe eng het zou zijn. Erachter komen dat het warm en ondiep is. Bij alle ‘eerste keren’ klopt mijn hart als een bezetene. Wennen met oogkleppen voor, neus dicht en oordoppen in. Selectief in wat ik op welke manier zou willen beleven. De realiteit komt er snel genoeg achteraan, zoals de onverwachte ziekenhuis-ervaring.

Natuurlijk mis ik ‘mijn mensen’, voel ik een steek van ‘wish you were here’ of een scheut ‘was ik daar ook maar’. Maar kijk toch, die zee, hoor toch het ritme van de golven. De kramp in mijn buik is het overweldigende gevoel van vrijheid. Vrijheid om mezelf uit te vinden, de tijd om dat op mijn eigen ritme en tempo te doen. Geen haast. Geen druk. Overzicht vanuit de hoogte, toeschouwen aan de zijlijn. Alle ruimte.

Los te kunnen lopen, met zekere stappen.
Te fietsen door het leven zonder zijwieltjes.
Te blijven schrijven wat mijn hart me ingeeft.
Waar dan ook.



%d bloggers liken dit: