Om buurvrouw niet met de zorg voor alle planten op te zadelen, ga ik op pad om plestik planten te kopen. PLESTIK. Je leest het goed. Een ander woord, zoals kunststof of zelfs gewoon ‘plastic’, kan niet uitdrukken hoe erg ik ervan gruw.
Bij het tuincentrum zoek ik me wezenloos. Het is er een zooitje, ze zijn duidelijk aan het verbouwen. Op de ‘afdeling nep’ probeer ik iets te vinden wat niet al te plestik en al te verschrikkelijk is, maar sjonge, wat een ellende. Het rúikt allemaal nep en het vóelt allemaal nep, het is allemaal even lelijk en ook nog gruwelijk duur. Ik ben blij wanneer ik wat later met mijn karretje weer tussen de gewone echte kamerplanten door loop en diep de grondlucht in kan ademen.
Nu staan er voor het raam van het huis in de straat een Dieffenbachia en twee bossen ‘gras’, in de grote kastanjebruin geglazuurde potten die ik al 10-12 jaar heb. Dan nog mensen vinden die mijn 15 orchideeën willen huisvesten…. Misschien dat ik met het fuchsia lied van Zuster Clivia iemand kan strikken?
Wil u een stekkie, een stekkie, een stekkie, wil u een stekkie van m’n orchidee?
Heb u een plekkie, een plekkie, een plekkie, heb u een plekkie voor m’n orchidee?
Het is een makkelijke plant, hij eet als ’t ware uit de hand,
een beetje water en wat zon, hij kan later op ’t balkon.
Ik geef een stekkie, een stekkie, een stekkie, en als ik ’s avonds op visite ga,
dan neem ik altijd wel wat mee, ik geef het liefst een orchidee.
Ik geef een stekkie van m’n orchidee, van de oh, oh, orchidee.
Geen huis in de straat, waar niet een orchidee te bloeien staat:
Tante Bet uit de flat, heeft een roze orchidee op haar toilet…. en zo voort.
Op Sukhomvit zit een markt waar ik op uitkeek vanuit het ziekenhuis raam. Per toeval komen we erachter dat daar in het weekend een bloemenmarkt gehouden wordt. Plantjes! Echte! Als we erlangs rijden zijn de kooplui helaas al aan het opruimen, er staat niet veel meer. Een grote pot overgebleven wit-lila orchideeën met minstens 12-15 takken roept me en gaat mee naar huis.
Het volgend weekend staan we klaar om in de auto te stappen als het natuurlijk begint te plenzen. Tegen de tijd dat we op de markt aankomen is het weer droog. Wat heet, de zon schaterlacht. We struinen tussen de kramen door, een schatkist vol kleuren en geuren. Met moeite houd ik me in en beperk me tot nog een paar mooie orchideeën. Niet van die ielige bloemetjes zoals je in Nederland ziet, maar halve boomstammen. Ik zou het hele balkon er wel mee willen vullen.
Toch is een balkontuin niet compleet zonder vijvertje, de traditionele schaal met een waterlelie. Keuze te over. De lelieman verwijst ons naar een steen-shop voor de stenen om de schaal te vullen zodat de pot met de lelie niet aan de wandel gaat. Nog een winkel om begerig rond te neuzen. Mooie potten en schalen, en ook hele lelijke, van groot tot groter, en allerlei steensoorten, grind, tegels, je kunt het zo gek niet verzinnen.
En nou heb ik een kleine vijver op ons eigen stekkie en een heleboel orchideeën. Voor nog geen 25€. Heel veel plantjes en kleuren gezien, geuren opgesnoven, door de regenplassen gebaggerd. Echt een dagje uit.
En de plestik plantjes, geen daglicht waard, die bij de inventaris van het appartement kwamen? Die zet ík lekker op het toilet.