De afgelopen week hebben we een avontuur meegemaakt, wat ik liever zou hebben vermeden….
Het overvalt me explosief, juist op het moment dat ik zo trots ben op de kilometers wandelen en de baantjes die ik per dag in het warme zwembadwater trek. Dat water wat waarschijnlijk niet zo zuiver meer is na dagen in de zon. Zoals het een gemeen virus betaamt, vreet het alles op en kotst het weer uit, tot er niets overblijft. Een effectieve, doch niet aan te raden, manier om van een hoge bloeddruk af te komen. Smerige verhalen laat ik kiesheidshalve achterwege.
Gijs weet, helaas, goddank, de weg al naar het hospitaal. Als je toch ergens moet liggen dan het liefst daar.
Op de eerste hulp wachten wachten wachten duurt lang…. Uiteindelijk lig ik midden in de nacht volledig uitgedroogd, duizelig en boekiezoek aan het infuus op een privé kamer. Om het uur controle van bloeddruk, temperatuur en regelmatig infuus wisselen of een medicijn bijspuiten.
De hele volgende dag (ik wil eigenlijk van dat infuus af en terug naar hotel, maar dat mag niet) dutjes hier en daar, beetje naar buiten staren en wat lezen en weer slapen, terwijl Gijs in de kamer gewoon zit te werken.
Blij toe dat ik nog een nacht extra moet blijven. Pas de tweede dag begin ik me weer een beetje mens te voelen, lijkt het alsof ik enigszins kan functioneren. De koorts is voor het moment weg, ik mag naar ‘huis’.
Ik sjok als een ouwe sok. Stom virus. Ik begin gewoon weer opnieuw met opbouwen, en dat zal me ook dit keer weer lukken!
Uit de plooien van de vitrages
kruipen als mieren
kleine autootjes uit een nest
op weg naar waar
en terugkerend van daar,
constante stroom
heen en weer van waar naar daar
gaan de autootjes als mieren.