Waar komt toch die affiniteit met Japanse schrijf-, schilder-, bloemschikkunst vandaan? Is het het het gestileerde dat aanspreekt? De ijzeren greep van controle, het perfectionisme? Of het scherpe oog om schoonheid in details te kunnen zien, een enkele bloem, een blad, een geluid, een woord? De kunst van het verder kijken dan het grote geheel, aangeharkt of chaos?
Het enige minimalistische wat ik nooit begrepen heb, is bonsai. Dat is pas controle houden over de natuur, moedwillig knotten, snoeien, inbinden, beperken, omvormen van een boom tot een miniatuurstruikje. Alleen de blauw-glazuren schalen waar de bonsai vaak in staan zijn mooi, dat dan weer wel.
De tuin van mijn moeder bestaat, al dan niet bewust zo samengesteld, uit Japanse planten en bomen: de rode acer, ginkgo, grove den, azalea’s, camelia, magnolia, pioenrozen en de overhangende hamamelis van de buren…. alles is of lijkt Japans. Ik ben misschien in mijn jeugd, zoals dat heet, “onbewust geconditioneerd”?
Al vroeg werd mijn literaire aspiratie door dichtkunst en haiku aangewakkerd, zelfs de opdracht voor het mondelinge examen Nederlands op de middelbare school behelsde poëzie. Later raakte de boekenkast plank voor plank gevuld. Ik kan helemaal blij worden van een titel als “De geur van inkt”. In dit geval de zwarte Japanse sumi-e tekeninkt.
Ik ben al meer gaan schrijven, getuige deze website. Haiku in een poging met woorden greep te krijgen op mijn gedachten, die zo lange tijd zonder enkele houvast volslagen losgeslagen waren. Met pen en papier, of de computer, kan ik reflecties en overwegingen vastleggen en vormgeven.
Overal ter wereld check ik de boekhandels op schrijfwaren, in Frankrijk bij de papeterie, in Thailand bij Asia Books. Watertandend sta ik bij het rek van de winkel, bij die boekjes die eigenlijk te mooi zijn om in te schrijven. Want zoals het een schrijver betaamt zou ik alles, en dan het liefst met vulpen, in die echte Moleskine notitieboekjes moeten noteren, toch?
Niets is minder waar.
Je struikelt bij ons thuis over papiertjes, kladjes, pennen en snippers. Overal in huis, in de oto en in alle tassen slingeren schriften, schrijfblokjes en geeltjes rond. Hetzelfde geldt voor pennen en potloden. Niet van dat serieuze mooie spul maar alles komt heel gewoon bij de Action en de Hema vandaan. Bedkladjes om middernachtelijke overpeinzingen te noteren, otokladjes om achter het stuur een mooie regel op te pennen. De volzinnen die al lopend langs de bootjes, het water, het strand, het bos, het winkelcentrum, de markt in me opkomen, worden in de notities op mijn mobiel opgeslagen. Dat het soms dwangmatige vormen aanneemt, moffel ik weg onder het mom van “creatief proces”.
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Waar geschreven wordt, vallen snippers. Het smoesje is goed, maar of het praatje deugt laat ik aan de lezer te beoordelen.